Starnieuws 30 Oct, 20:00
President Desi Bouterse de vorige week zondag op een persconferentie. (Foto: Ramon Keijzer)
Ik zat met grote verbijstering te luisteren naar de persconferentie van de president van de republiek Suriname met betrekking tot de zo genoemde vastgelopen grondenrechten conferentie te Colakreek. Laat mij voorop stellen dat ik geen hoge verwachtingen had van deze conferentie, niet omdat ik het vraagstuk an sich bagatelliseer, maar meer nog omdat ik volledig kennis draag van de benaderingswijze van het grondenrechtenvraagstuk door delen van de bosnegers en indianen.
Ik heb eerder niet willen schrijven over dit vraagstuk omdat ik in alle stilte gehoopt had dat dit onderwerp uit de sfeer van reactionair conservatief denken getrokken zou worden. Vasthouden aan wettelijke regels die supranationale organisaties voorschrijven uitgaande van andere dan voor Surinaamse historische invalshoek, waren mij te veel geworden en publiceerde op 24 januari 2011 het artikel met als kopstuk “demarcatie van het grondgebied is een koloniale erfenis”. Ik heb daarbij evident aangegeven dat ik het vraagstuk benader volgens een zuiver socialistische, dus progressieve invalshoek. Uiteraard ook vanuit de neopragmatische benadering. Er is flink op het net gediscussieerd over het inhoudelijke van dit artikel. Ik mag zeggen dat hoewel ik vele DNA-leden het artikel heb doen toekomen, slechts van de voorzitter een korte reactie kwam. Maar daarover geen nood. Andere jongens uit het binnenland bleven zoals verwacht was argumentloos vasthouden aan non-valid interpretatie en of stellingname die mijns inziens de claim op de gronden en de natuurlijke hulpbronnen niet rechtvaardigen.
Wat mij bevreemd is dat zowel de president als de technische commissieleden hard durven stellen dat zij verrast zijn van de interpretatie van de grondenrechten door de belanghebbende groepen op Colakreek. Ik zat ongeïnteresseerd thuis flitsen van de conferentie in ontspanningsoord Colakreek te volgen. Ik was zoals ik eerder indiceerde al decennia op de hoogte van wat de indianen en bosnegers verstaan onder grondenrechten. Overigens een terminologie die typisch Surinaams is. In die inzichten zou geen verandering komen. Dat wist ik a priori. Mijn stille hoop zou geen werkelijkheid worden. Dat is ook gebleken uit de verklaring van de van de belanghebbende groepen voorgelezen door Carlo Lewis. Gevoeglijk werd mijnerzijds aangenomen dat de president en zeker twee van drie van de technische commissieleden volledig op de hoogte waren wat deze groepen Surinamer onder grondenrechten verstaan. Maar, stel dat dit niet het geval is geweest, wat hebben de diverse veiligheidsdiensten of andere adviseurs van het staatshoofd gedaan om hem vooraf hiervan in kennis te stellen? Dit laatste moet absoluut stof tot nadenken geven, omdat er hier duidelijk sprake is van falen van deze veiligheidsorganen en de presidentiële adviseurs.
In elk geval staan wij nu als Surinamers voor een voldongen feit. Het is absoluut af te raden dit vraagstuk in partijpolitiek of populistische sfeer te plaatsen. Als wij als volk dit vraagstuk politiek populistisch gaan kleuren, zullen wij bewust dan wel onbewust werken aan het verder fragmenteren van deze Natie. Wat mijnerzijds zeker moet gebeuren zijn de volgende acties:
1. Suriname trekt zich ter stond terug uit de supranationale verdragen of conventies die disharmonie veroorzaken in de samenleving
2. In elk geval zal er geen ratificatie van de ILO conventie 169 dienen plaats te vinden
3. De president stelt een maatschappelijk gedragen deskundig team samen om alle supranationale verdragen/conventies waarin Suriname participeert grondig te (her)evalueren.
4. Suriname zal daarna (maximaal 15 jaren)tijd moeten uittrekken om te werken aan een progressief en transparant grondbeleid
5. Anticiperend op punt 4 zal de regering alle grote concessie aanvragen door private onderneming in de directe woongebieden van de binnenlandbewoners via DNA doen verlopen. De aan te vragen concessiegebieden moeten echter niet binnen een straal van 15 km van de dorpen liggen.
6. Het grootgrondbezit, collectief als individueel, moet afgeschaft worden of ten minste aan strikte regels gebonden worden. In elk geval moet de Staat Suriname voorkomen dat de grond, het zij door een gemeenschap (collectief) als door een enkeling (individueel) ingezet wordt om anderen uit te buiten. Dit moet vastgelegd worden in de grondwet.
De hoop uitsprekende dat ik met deze korte benadering (ook de suggestie) van het onderhavige vraagstuk alle Surinamers erop gewezen heb, dat wij met zijn allen verliezer zijn als om strikt politieke reden of gebruiken van onjuiste wettelijk regeling of interpretatie niet tot een acceptabele oplossing van dit vraagstuk kunnen geraken. Ik benadruk evenwel dat de ideale oplossing te vinden is in een goed en transparant grondbeleid (policy) welk garantie biedt aan elke Surinamer op een stuk grond en in casu specifiek het bestaan (cultureel en economisch) van in stamverband levende mensen te garanderen.
Bert Eersteling
President Desi Bouterse de vorige week zondag op een persconferentie. (Foto: Ramon Keijzer)
Ik heb eerder niet willen schrijven over dit vraagstuk omdat ik in alle stilte gehoopt had dat dit onderwerp uit de sfeer van reactionair conservatief denken getrokken zou worden. Vasthouden aan wettelijke regels die supranationale organisaties voorschrijven uitgaande van andere dan voor Surinaamse historische invalshoek, waren mij te veel geworden en publiceerde op 24 januari 2011 het artikel met als kopstuk “demarcatie van het grondgebied is een koloniale erfenis”. Ik heb daarbij evident aangegeven dat ik het vraagstuk benader volgens een zuiver socialistische, dus progressieve invalshoek. Uiteraard ook vanuit de neopragmatische benadering. Er is flink op het net gediscussieerd over het inhoudelijke van dit artikel. Ik mag zeggen dat hoewel ik vele DNA-leden het artikel heb doen toekomen, slechts van de voorzitter een korte reactie kwam. Maar daarover geen nood. Andere jongens uit het binnenland bleven zoals verwacht was argumentloos vasthouden aan non-valid interpretatie en of stellingname die mijns inziens de claim op de gronden en de natuurlijke hulpbronnen niet rechtvaardigen.
Wat mij bevreemd is dat zowel de president als de technische commissieleden hard durven stellen dat zij verrast zijn van de interpretatie van de grondenrechten door de belanghebbende groepen op Colakreek. Ik zat ongeïnteresseerd thuis flitsen van de conferentie in ontspanningsoord Colakreek te volgen. Ik was zoals ik eerder indiceerde al decennia op de hoogte van wat de indianen en bosnegers verstaan onder grondenrechten. Overigens een terminologie die typisch Surinaams is. In die inzichten zou geen verandering komen. Dat wist ik a priori. Mijn stille hoop zou geen werkelijkheid worden. Dat is ook gebleken uit de verklaring van de van de belanghebbende groepen voorgelezen door Carlo Lewis. Gevoeglijk werd mijnerzijds aangenomen dat de president en zeker twee van drie van de technische commissieleden volledig op de hoogte waren wat deze groepen Surinamer onder grondenrechten verstaan. Maar, stel dat dit niet het geval is geweest, wat hebben de diverse veiligheidsdiensten of andere adviseurs van het staatshoofd gedaan om hem vooraf hiervan in kennis te stellen? Dit laatste moet absoluut stof tot nadenken geven, omdat er hier duidelijk sprake is van falen van deze veiligheidsorganen en de presidentiële adviseurs.
In elk geval staan wij nu als Surinamers voor een voldongen feit. Het is absoluut af te raden dit vraagstuk in partijpolitiek of populistische sfeer te plaatsen. Als wij als volk dit vraagstuk politiek populistisch gaan kleuren, zullen wij bewust dan wel onbewust werken aan het verder fragmenteren van deze Natie. Wat mijnerzijds zeker moet gebeuren zijn de volgende acties:
1. Suriname trekt zich ter stond terug uit de supranationale verdragen of conventies die disharmonie veroorzaken in de samenleving
2. In elk geval zal er geen ratificatie van de ILO conventie 169 dienen plaats te vinden
3. De president stelt een maatschappelijk gedragen deskundig team samen om alle supranationale verdragen/conventies waarin Suriname participeert grondig te (her)evalueren.
4. Suriname zal daarna (maximaal 15 jaren)tijd moeten uittrekken om te werken aan een progressief en transparant grondbeleid
5. Anticiperend op punt 4 zal de regering alle grote concessie aanvragen door private onderneming in de directe woongebieden van de binnenlandbewoners via DNA doen verlopen. De aan te vragen concessiegebieden moeten echter niet binnen een straal van 15 km van de dorpen liggen.
6. Het grootgrondbezit, collectief als individueel, moet afgeschaft worden of ten minste aan strikte regels gebonden worden. In elk geval moet de Staat Suriname voorkomen dat de grond, het zij door een gemeenschap (collectief) als door een enkeling (individueel) ingezet wordt om anderen uit te buiten. Dit moet vastgelegd worden in de grondwet.
De hoop uitsprekende dat ik met deze korte benadering (ook de suggestie) van het onderhavige vraagstuk alle Surinamers erop gewezen heb, dat wij met zijn allen verliezer zijn als om strikt politieke reden of gebruiken van onjuiste wettelijk regeling of interpretatie niet tot een acceptabele oplossing van dit vraagstuk kunnen geraken. Ik benadruk evenwel dat de ideale oplossing te vinden is in een goed en transparant grondbeleid (policy) welk garantie biedt aan elke Surinamer op een stuk grond en in casu specifiek het bestaan (cultureel en economisch) van in stamverband levende mensen te garanderen.
Bert Eersteling
........................................................
Reading this
statement I don´t know whether to laugh or to cry.
“1. Suriname trekt zich ter stond terug uit de supranationale verdragen of conventies die disharmonie veroorzaken in de samenleving
2. In elk geval zal er geen ratificatie van de ILO conventie 169 dienen plaats te vinden"
Why
not go back to the time before independence and become a colony of Holland
again? Then the landright problem would be no Surinamese problem anymore but a
Dutch. Does Mr. Bert Eersteling
not know that the international conventions dealing about the landrights of
Indigenous People are only describing international standards?
Why should
Suriname go below international standards?
Is that the special Surinamese way
of solving problems the President is talking about?
Is Suriname really such a
special country in the world?
Is it so strong and so self-aware that the world
around is out of interest anymore? Do the people want to live in a cave like in
Stone Age?
It´s strange that a leading member of a Maroon party (BEP) like Bert
Eersteling is searching for a solution of the landright problem on such a
low level. The question whether the so called Maroon parties in the government
coalition are really tracking the vital interests of the maroon population in
the interior is more than
evident.
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen