Suriname Stemt
Door Edgar Mampier on the 28 Oct 2011 in Communicatie,Cultuur,Geschiedenis,Politiek(fragment uit het vredesverdrag van Saramaka in het Sranan, 1762)
Door Edgar Mampier on the 28 Oct 2011 in Communicatie,Cultuur,Geschiedenis,Politiek(fragment uit het vredesverdrag van Saramaka in het Sranan, 1762)
Wat zijn grondenrechten?
Praten we over grondenrechten, dan praten we over de rechten die inheemse en tribale volkeren aan hun status kunnen ontlenen op de gebieden waar zij wonen en werken. Het is een samenstel van sociaal-economische rechten, maatschappelijk-culturele rechten en burgerrechten, waarvoor internationale richtlijnen zijn vastgesteld. Er zal een kader moeten komen waarbinnen alle ten deze relevante zaken in wetten moeten worden verankerd. Daarbij moeten we onder andere denken aan: a) een wet tot het wettelijk bevoegd maken van het gezag van de traditioneel aangestelde gezagsdragers, b) een wet inzake afbakening van de gronden, met name ten aanzien van de territoriale en natuurlijke hulpbronnen, c)een wet betreffende inspraak bij de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, d) een wet ter bescherming van de traditionele kennis en de intellectuele eigendommen, en e) een wet inzake de impact op hun gebieden van sociale en milieu-technische aard.
Hoe gaan wij om met grondenrechten?
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat ‘het bevoegd gezag’, waar ter wereld dan ook, de problematiek van de grondenrechten behandelt als een hete aardappel in de mond: al maar verplaatsen van links naar rechts om zich niet te branden en toch maar vooral tijd te winnen. In Suriname is het niet anders, de kolonisator heeft altijd om de hete brei heen gedraaid en sinds onze onafhankelijkheid is er nog nooit iets in deze richting van de grond gekomen, laat staan dat er ooit een samenhangend plan ter regulering is gelanceerd. Daarom was het toe te juichen dat de regering Bouterse zich niet alleen had voorgenomen om te komen tot een oplossing van het grondenrechtenvraagstuk, maar dat die dat ook in daden heeft omgezet, resulterend in de Grondenrechtenconferentie te Colakreek van 21 en 22 oktober 2011.
In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat ‘het bevoegd gezag’, waar ter wereld dan ook, de problematiek van de grondenrechten behandelt als een hete aardappel in de mond: al maar verplaatsen van links naar rechts om zich niet te branden en toch maar vooral tijd te winnen. In Suriname is het niet anders, de kolonisator heeft altijd om de hete brei heen gedraaid en sinds onze onafhankelijkheid is er nog nooit iets in deze richting van de grond gekomen, laat staan dat er ooit een samenhangend plan ter regulering is gelanceerd. Daarom was het toe te juichen dat de regering Bouterse zich niet alleen had voorgenomen om te komen tot een oplossing van het grondenrechtenvraagstuk, maar dat die dat ook in daden heeft omgezet, resulterend in de Grondenrechtenconferentie te Colakreek van 21 en 22 oktober 2011.
Helaas hebben we moeten constateren dat de conferentie op een dramatische mislukking is uitgelopen. Dramatisch, omdat Bouterse zich bij de eerste tegenwind die hij te verduren kreeg zodanig in zijn kruis voelde getast, dat hij onmiddellijk de conferentie vóórtijdig besloot. Het ego van Bouterse was té groot om er nog maar één woord aan vuil te maken, toen bleek dat de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS) voor hem –overigens terecht– niet acceptabele eisen stelde. In plaats van daarop in discussie te gaan, hamerde hij de bijeenkomst af met het bericht dat hij het standpunt van de VIDS aan het parlement zou voorleggen. Alsof die daaraan wat kan doen, laat staan veranderen. Einde van een illusie.
Wat is er allemaal fout gegaan?
Uiteraard is het weinig diplomatieke optreden van Bouterse niet het enige probleem geweest. Bouterse dacht dit varkentje wel te kunnen wassen, maar hij heeft het danig onderschat. Dat was al gebleken tijdens de Gran Krutu vanwege de Ordening Goudsector, welke ordening hij eigendunkelijk voorrang heeft gegeven op de Grondenrechten. Misschien zelfs uit nobele overwegingen om de staatskas te spekken, maar met voorbijgaan aan de complexiteit van het probleem. Grondenrechten, goudwinning en het uitgeven van concessies zijn nauw met elkaar verweven, zie hierboven voor de benodigde wetgeving. Bouterse heeft dus de verkeerde prioriteiten gesteld.
Uiteraard is het weinig diplomatieke optreden van Bouterse niet het enige probleem geweest. Bouterse dacht dit varkentje wel te kunnen wassen, maar hij heeft het danig onderschat. Dat was al gebleken tijdens de Gran Krutu vanwege de Ordening Goudsector, welke ordening hij eigendunkelijk voorrang heeft gegeven op de Grondenrechten. Misschien zelfs uit nobele overwegingen om de staatskas te spekken, maar met voorbijgaan aan de complexiteit van het probleem. Grondenrechten, goudwinning en het uitgeven van concessies zijn nauw met elkaar verweven, zie hierboven voor de benodigde wetgeving. Bouterse heeft dus de verkeerde prioriteiten gesteld.
Bouterse meende dan wel na negen maanden voorbereiding den volke een welgeschapen boreling te kunnen presenteren, maar het is op z’n zachtst gezegd naïef dat hij en zijn voorbereidende team dat dacht. Voor zover van buitenaf is te beoordelen, heeft het voorbereidend team veel en veel te weinig gecommuniceerd met alle betrokken partijen en heeft men grotendeels volstaan om in ‘splendid isolation’ de eigen zaakjes op orde te brengen. Een onmogelijkheid wanneer men zich daarbij bedenkt dat Inheemsen en Marrons traditioneel in krutu’s in concensus tot beslissingen komen, ongeacht hoeveel tijd daar overheen gaat. Als we Naarendorp van de voorbereidende commissie mogen geloven, dan zijn er met alle partijen gesprekken gevoerd, maar als dan op de conferentie blijkt dat de VIDS volstrekt onverwachte eisen ter tafel legt, dan hebben die gesprekken niets maar dan ook niets om de kous gehad.
Ontoereikende informatie-uitwisseling
Uit consultaties was gebleken dat er veel ‘ruis’ was bij de verschillende de betrokken partijen, zo wordt in een verklaring van het kabinet van de president gezegd. Vragen als bijvoorbeeld wat zijn grondenrechten, wat houden de vonnissen in, wat zegt de grondwet en hoe vindt een wetswijziging plaats? Allemaal relevante vragen, waarbij men niet op de hoogte was van de formele werkwijzen en procedures, maar waarvan nu, na het mislukken van de conferentie, blijkt dat de antwoorden niet tot verheldering hebben geleid. Van Dijk-Silos gaf daarbij een voorbeeld. Zij stelde dat men teveel ideeën en oplossingsmodellen van buitenlandse consultants of advocaten overneemt. Zo is de VIDS bijvoorbeeld bezig met een kaderwet die gebaseerd is op een Angelsaksisch rechtssysteem. Suriname kent een Continentaal rechtssysteem. Het is in zo’n geval geen onwil, maar onlogisch om een tweede rechtssysteem in te voeren. Deze toelichting is echter niet volledig en zéker niet toereikend wanneer men zich bedenkt dat Suriname bij het aangaan van bepaalde internationale verdragen over het hoofd heeft gezien dat zij verdragen ratificeerden die gebaseerd zijn op het Angelsaksisch systeem, hetgeen, zoals ik eerder heb gezegd, ertoe heeft geleid dat Suriname in het Moiwana- en in het Samaaka-vonnis is veroordeeld. Dit impliceert dat er een aantal forse plooien moeten worden gladgestreken alvorens met Inheemsen en Marrons tot afspraken te komen, die uiteindelijk tot wetgeving moeten leiden.
Uit consultaties was gebleken dat er veel ‘ruis’ was bij de verschillende de betrokken partijen, zo wordt in een verklaring van het kabinet van de president gezegd. Vragen als bijvoorbeeld wat zijn grondenrechten, wat houden de vonnissen in, wat zegt de grondwet en hoe vindt een wetswijziging plaats? Allemaal relevante vragen, waarbij men niet op de hoogte was van de formele werkwijzen en procedures, maar waarvan nu, na het mislukken van de conferentie, blijkt dat de antwoorden niet tot verheldering hebben geleid. Van Dijk-Silos gaf daarbij een voorbeeld. Zij stelde dat men teveel ideeën en oplossingsmodellen van buitenlandse consultants of advocaten overneemt. Zo is de VIDS bijvoorbeeld bezig met een kaderwet die gebaseerd is op een Angelsaksisch rechtssysteem. Suriname kent een Continentaal rechtssysteem. Het is in zo’n geval geen onwil, maar onlogisch om een tweede rechtssysteem in te voeren. Deze toelichting is echter niet volledig en zéker niet toereikend wanneer men zich bedenkt dat Suriname bij het aangaan van bepaalde internationale verdragen over het hoofd heeft gezien dat zij verdragen ratificeerden die gebaseerd zijn op het Angelsaksisch systeem, hetgeen, zoals ik eerder heb gezegd, ertoe heeft geleid dat Suriname in het Moiwana- en in het Samaaka-vonnis is veroordeeld. Dit impliceert dat er een aantal forse plooien moeten worden gladgestreken alvorens met Inheemsen en Marrons tot afspraken te komen, die uiteindelijk tot wetgeving moeten leiden.
Op naar de DNA
Bouterse heeft de zaak dus terugverwezen naar de DNA. Vreemd, want de DNA is en heeft geen uitvoerende macht, maar enkel wetgevende macht. Het parlement gaat dus zoals gebruikelijk ja knikken, zeggen u hebt gelijk meneer de President, maar daarna moet Bouterse toch echt weer in beweging komen. Even weinig flexibel als hij de conferentie abrupt heeft afgebroken, net zo weinig flexibel heeft hij nu echter de VIDS laten weten dat zij eerst hun eisen van tafel moeten halen alvorens er verder gepraat kan worden. Een diepe buiging voor de President, want anders…
Bouterse heeft de zaak dus terugverwezen naar de DNA. Vreemd, want de DNA is en heeft geen uitvoerende macht, maar enkel wetgevende macht. Het parlement gaat dus zoals gebruikelijk ja knikken, zeggen u hebt gelijk meneer de President, maar daarna moet Bouterse toch echt weer in beweging komen. Even weinig flexibel als hij de conferentie abrupt heeft afgebroken, net zo weinig flexibel heeft hij nu echter de VIDS laten weten dat zij eerst hun eisen van tafel moeten halen alvorens er verder gepraat kan worden. Een diepe buiging voor de President, want anders…
Aanbeveling Mensenrechtenraad afgewezen
Suriname heeft de aanbeveling van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties om de grondenrechten van in stamverband levende groepen te erkennen afgewezen. Dit standpunt heeft minister Martin Misiedjan in september meegedeeld aan de VN-Mensenrechtenraad in Genève, Zwitserland. Inheemsen en Marrons willen erkenning van de staat dat zij rechten hebben op de gebieden die ze bewonen en bewerken. Het standpunt van de regering is echter dat het gehele grondgebied van de Republiek Suriname behoort aan de Staat, met uitzondering van die gevallen waarin een derde het tegendeel kan bewijzen. “In het behandelen van deze kwestie moeten met twee dingen rekening gehouden worden”, stelt Misiedjan. “Aan de ene kant is er de claim van de Inheemsen en Marrons op het land waar ze al eeuwen hebben geleefd, verbouwd en gebruikt. Maar iedere Surinaamse burger heeft het recht om land aan te vragen binnen het domein van de Staat.” In de afgelopen decennia heeft deze kwestie zich echter op een zodanige wijze ontwikkeld, dat de aard van van het geschil tussen Inheemsen en Marron aan de ene kant en de regering aan de andere kant, zeer complex is geworden.
Het komt er op neer dat de regering zich naar buiten toe graag verschuilt achter de complexiteit van de problematiek, terwijl naar binnen toe wordt gedaan of het allemaal een peuleschil is, en dat is meten met twee maten. Eerst als evenveel gewicht wordt gegeven aan de communicatie met Inheemsen en Marrons áls met de Mensenrechtenraad is dit geschil tot een oplossing te brengen, anders niet.
Suriname heeft de aanbeveling van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties om de grondenrechten van in stamverband levende groepen te erkennen afgewezen. Dit standpunt heeft minister Martin Misiedjan in september meegedeeld aan de VN-Mensenrechtenraad in Genève, Zwitserland. Inheemsen en Marrons willen erkenning van de staat dat zij rechten hebben op de gebieden die ze bewonen en bewerken. Het standpunt van de regering is echter dat het gehele grondgebied van de Republiek Suriname behoort aan de Staat, met uitzondering van die gevallen waarin een derde het tegendeel kan bewijzen. “In het behandelen van deze kwestie moeten met twee dingen rekening gehouden worden”, stelt Misiedjan. “Aan de ene kant is er de claim van de Inheemsen en Marrons op het land waar ze al eeuwen hebben geleefd, verbouwd en gebruikt. Maar iedere Surinaamse burger heeft het recht om land aan te vragen binnen het domein van de Staat.” In de afgelopen decennia heeft deze kwestie zich echter op een zodanige wijze ontwikkeld, dat de aard van van het geschil tussen Inheemsen en Marron aan de ene kant en de regering aan de andere kant, zeer complex is geworden.
Het komt er op neer dat de regering zich naar buiten toe graag verschuilt achter de complexiteit van de problematiek, terwijl naar binnen toe wordt gedaan of het allemaal een peuleschil is, en dat is meten met twee maten. Eerst als evenveel gewicht wordt gegeven aan de communicatie met Inheemsen en Marrons áls met de Mensenrechtenraad is dit geschil tot een oplossing te brengen, anders niet.
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen