Donnerstag, 24. November 2011

Mindshift (Column)

Waterkant.Net
Geplaatst op zondag, november 20th, 2011




Iwan BraveDoor Iwan Brave – Ashna Kanhai benoemd en beëdigd tot ambassadeur in India. Ashna, dochter van Irvin, advocaat van de duivel, die het ‘8 decemberproces’ zo potsierlijk mogelijk loopt te rekken ten faveure van president Bouterse, hoofdverdachte maar altijd grote afwezige in het proces. Wat een inteeltbenoeming. En dan verwijt Bouterse zijn coalitiegenoten dat ze niet in staat zijn een bepaalde ‘mindshift’ te maken.
Wat is dan die mindshift? vraag je je in gemoede af. Leuke meid hoor die Ashna en ongetwijfeld een verdienstelijke strafpleiter; zo vader zo dochter. Maar wat hebben in godsnaam haar capaciteiten als strafpleiter te maken met een diplomatieke topfunctie in India? Wat hebben wij, puur zakelijk bekeken, in godsnaam in India te zoeken? Hier is duidelijk sprake van een snoeppost. Net als de ambassadepost in Jakarta, die is vergeven aan Amina Pardi, levenspartner van Paul Somohardjo. Lekker jaren eng etnisch snoepen op rekening van de toch al uitgeknepen Surinaamse belastingbetaler.
En laat me meteen er achteraan gooien: een Surinaamse ambassade in Ghana zou eveneens vergooid geld zijn. Alleen maar omwille van cultureel emotionele symboliek. Als klein land moet Suriname spaarzaam zijn en is een ambassade pas interessant als je significant economisch of personenverkeer hebt met dat land. Of als je echt visiebeleid erop loslaat. Dan hebben we het niet over dat clihépraatje dat India een afzetmarkt van ruim één miljard zielen vertegenwoordigt. Dat zijn van die ‘potentie’-verhalen waarvan we al dertien in een dozijn hebben. Ik vrees dat Suriname eerder overspoeld zal worden met vele malen goedkopere producten uit India. Zoals we nu overspoeld worden met inferieure Chinese en Braziliaanse makelij. Suriname doet er beter aan eerst zelf binnenlandse productie goed op gang te krijgen.
Het feit alleen al dat je de vrouw van je coalitiegenoot bombardeert tot ambassadeur en nu de dochter van je vrijpleiter, zegt genoeg over hoe weinig serieus we onze kansen moeten zien op die miljardenmarkten. We gaan er hooguit ons handje ophouden voor een beperkte ‘creditline’. Niet langer bedelen bij de voormalige kolonisator maar elders. Mooie mindshift. Geloof me: wij mogen dan zogenaamd een ‘culturele band’ met die landen hebben, maar andersom ervaren zij het beslist niet zo. En ach, wat zegt ‘diaspora’ in een globaliserende wereld.
Eveneens verspild geld is de peperdure ambassade in Parijs– toe maar; nabij Champs Élysées met uitzicht op de Eiffeltoren en de Arc de Triomphe. Omdat we zogenoemd “meer op hebben met Frankrijk dan met Nederland”, wordt mindgeschift beweerd. En wel vanwege de ruim 500 kilometer grens met Frans-Guyana. Dus zijn we ‘buurland van Frankrijk’. Tuurlijk. Ben blij dat ik niet in Suriname ben opgegroeid, anders zou ik deze BS ook nog voor zoete koek slikken. Ik zie al die Fransen zich wenkbrauwfronsend afvragen: “Sûrinaim, jamais entendu parler, où est-ce?” Ik hoef dit natuurlijk niet te vertalen, neem ik aan, aangezien we zoveel meer met Frankrijk op hebben.
Suriname verbreedt zijn scope, heet het. Ik heb echt te doen met al die mensen die geloven dat we onder Bouterse daadwerkelijk een mindshift ondergaan en dat we ons bevrijden van onze enge koloniale oriëntatie. Al die Surinamers die daar aan de Noordzee zo fel ageren tegen Zwarte Piet, ondergaan een vergelijkbare (des)illusie. ‘Zwarte Piet is racisme’; klinkt niet echt bevrijd. Bovendien een onware stelling. Zwarte Piet is folklore. Heerlijke pepernoten, veel cadeautjes, gebonk op de deur en dat je hart vol verwachting klopt of het allemaal in die ene schoen past. Maak je niet druk; hoe harder je schreeuwt, des te meer je jezelf identificeert met Zwarte Piet en als zodanig etaleert.
Snoepposten en Zwarte Piet: wij Surinamers zijn kampioen in het verkwisten van kapitaal en kostbare energie. Ik ontving van mijn neef via email een ‘petitie tegen Zwarte Pieten-viering’. Ik mailde terug: “Hebben jullie niets beter te doen? Kom Suriname opbouwen.” Met al zijn hebi’s. Maar ja, dat vergt een echte mindshift.
Iwan Brave

Mittwoch, 16. November 2011

‘Chinezen moeten zich aanpassen’ - door Gloria Bottse

De Ware Tijd
Paramaribo - “Het kan niet zo zijn dat je als vreemdeling ons land binnenkomt en dan niet eens de moeite doet om de taal te leren”, zegt Ray, een klant die net een Chinese winkel uitloopt. “Natuurlijk moeten we tolerant en gastvrij zijn, maar ik weiger me te laten afblaffen door een Chinese winkelier die niet het respect toont om mijn taal te leren”. Menigeenuit de samenleving vindt het hoogtijd dat de Chinezen zich leren aanpassen.

Nut
De krant heeft een onderzoek gedaan onder tien Chinese winkeliers in de binnenstad. Het wordt al snel duidelijk dat velen het nut er niet van inzien om een verplichte inburgeringcursus te volgen. “We verkopen onze producten en kunnen ons verstaanbaar maken. Verder maken we geen gebruik van andere zaken. Dit is voor ons voldoende”, aldus enkele Chinezen. Een Chinese winkelier Yang geeft aan met rust gelaten te willen worden. “We doen ons werk en vallen niemand lastig. Een verplichte cursus vinden we daarom ook niet nodig. Het gaat over het algemeen goed”.
DNA-leden die zitting hebben in de departementale commissie van Justitie en Politie (JusPol) geven aan dat het geen goede ontwikkeling is dat Chinezen zich hier vestigen, winkels openen en vervolgens geen enkele moeite doen om de taal te leren. “Het verplicht stellen om de taal te leren is het begin vanintegratie”, zegt DNA-lid Soetimin Marsidih (PL). Daardoor zijn de winkeliers dan ook in staat informatie te verschaffen over hun producten.”Nu heeft men weinig tot geen inzicht over de producten”. Volgens Marsidih moet er ook gewerkt worden aan de klantvriendelijkheid en dehygiënein de winkels. Dehygiëne is vaak zoek. Niet alleen in de winkels, maar ook bij de kleding van de winkeliers.

Maatregelen
“Het lijkt er nu op dat men alleen komt om de economische vruchten te plukken, maar niet bereid is zich in te burgeren”. Ook collega commissielid Harrish Monorath (NS) vindt dat er op korte termijn gesproken moet worden over verscherpte maatregelen. “Er hoeft geen aparte wet gemaakt te worden. We kunnen volstaan met maatregelen te verscherpen bij toekenning van naturalisatie. Door de aanvrager te verplichten het Surinaams volkslied te kennen, de nationale feestdagen en onze cultuur”.
Een Chinese kapster Hay-Lin zegt; “We zijn bereid te leren als we daar tijd voor hebben. Maar dat hebben we gewoon niet want we moeten onze winkels openhouden”.
Volgens een restauranteigenares uit China die al jaren woont in Suriname, moet eerst duidelijk worden wat de toekomstplannen zijn van de Chinezen die hier naartoe komen.

Onbeleefd
“Ik spreek zelf wel Nederlands. Sommigen komen naar Suriname alleen maar om winst te maken en vervolgens weer terug te keren naar China. Anderen willen hier blijven en dan moet je wel de taal leren”. Er wordt vaak geklaagd dat de Chinezen erg onbeleefd zijn tegen klanten. “In China is dat ook de tendens”, zegt de Chinese zakenvrouw. “Men is vaak onbeleefd in de winkels. Deze onbeleefdheid komt niet omdat Surinamers de Chinese winkeliers onbeleefd behandelen”.
Als het aan beide DNA-leden ligt komt er een verplichting om Surinaams personeel in dienst te nemen. “Op deze wijze profiteert Suriname er ook van”. Volgens Monorath moet het naar een groter draagvlak getild worden en moeten deze zaken besproken worden in de DNA. Het behapt niet alleen het spreken van onze taal, het inschrijven van hun kinderen op onze scholen, maar ook op het gebied vanconsumentenrechtmoeten we kijken naar de regelgeving. Beide leden zullen dit in de vaste commissie bespreken.-.

Bouterse domineert debat tweede kamer - door Eric Mahabier

De Ware Tijd
DEN HAAG - Het regime Bouterse is een zeer gecompliceerde factor voor Nederland. Deze opmerking maakte Buitenlandse Zaken minister Uri Rosenthal gisteren tijdens het Suriname debat in Tweede Kamer. De opmerking van de bewindsman kwam nadat diverse kamerleden enerzijds allerhande negatieve opmerkingen over Desi Bouterse maakten en anderzijds aangaven dat de relatie met Suriname op het niveau van de samenleving voortgang moet vinden.

Rosenthal zei ook dat Nederland zijn ogen en oren wijd openhoudt voor de problemen in het Surinaams justitieel- en politie- apparaat. Suriname is en blijft belangrijk voor Nederland, zei Rosenthal verder.

Bouterse
Desi Bouterse, daar draaide in hoofdlijnen het Suriname debat om, gisteren in een openbare vergadering van de commissie Buitenlandse Zaken. Al bij de eerste spreker begon het. Louis Bontes van de PVV-fractie zei in zijn spreekbeurt dat Suriname nog steeds een doorvoerland voor wapens en drugs is. En dat dit ook niet anders kan, omdat Bouterse president is. Bouterse zou volgens hem betrokkenheid hebben bij de drugs- en wapenhandel en hij verwees hij verder naar de hoge veiligheidsfunctie die zijn zoon Dino Bouterse bekleedt. Ook de veiligheidsdirecteur van het Surinaamse staatshoofd zou volgens Bontes een dubieuze figuur zijn. Zorgelijk noemde hij de banden die Bouterse met de Venezolaanse president Hugo Chavez onderhoudt. Suriname is volgens hem aan het afglijden en heeft de status van een ‘bananenrepubliek’.
Bontes deed aan Buitenlandse Zaken-minister Uri Rosenthal het verzoek om de Nederlandse ambassadeur in Paramaribo terug te halen. En ‘per heden’ zou er geen cent meer aan ontwikkelingshulp aan Suriname gegeven moeten worden.
Ook vanwege het feit dat Suriname lid is van de Organisatie van Islamatische Conferentie (OIC). D’66 fractieleider Alexander Pechtold interrumpeerde Bontes en zei niet in te zien waarom de PVV-er met het voorstel komt om de ambassadeur terug te roepen. Pechtold hield Bontes voor wat voor situatie er zou ontstaan indien straks landen hun ambassadeurs uit Nederland terugroepen, omdat Wilders aan de macht zou zijn. Bontes bleef bij zijn standpunt. Harry van Bommel verwees de PVV naar het standpunt van dat het Nederlands kabinet heeft ingenomen ten aanzien van de huidige Surinaamse regering, namelijk dat de verkiezingsuit- slag gerespecteerd wordt en dat Nederland een zakelijke relatie met Suriname onderhoudt en de regering op haar daden beoordeeld zal worden.

Militair ingrijpen

In zijn spreekbeurt wilde Van Bommel meer duidelijkheid over de plannen van Nederland om in 1986 militair in te grijpen in Suriname. In zijn beantwoording ging Rosenthal niet verder dan te verwijzen naar zijn recente beantwoording waar Nederland toegeeft die plannen te hebben gehad. Kort na aanvang van haar spreekbeurt interrumpeerde Bontes CDA fractielid Kathleen Ferrier. Hij nam het CDA fractielid kwalijk dat ze Bouterse zou hebben gefeliciteerd met de verkiezingsuitslag. Ferrier zei hierop dat ze niet Bouterse maar de partij feliciteerde, net zoals ze de PVV en niet de leider Geert Wilders feliciteerde. Bontes maakte ernstige bezwaren tegen deze opmerking van Ferrier. Hij vond dat Ferrier Bouterse niet met Wilders kan vergelijken. Ferrier stelde duidelijk dat ze geen vergelijking maakte tussen die twee en zei toen ook dat ze zo ook de PvdA feliciteerde met de verkiezingswinst. Ook Pechthold kon in zijn redevoering niet om Bouterse heen. Hij zei het standpunt van de Nederlandse regering te kunnen volgen dat er enkel functioneel contact met Bouterse zal zijn wanneer de noodzaak daartoe is. De D’66-fractieleider merkte verder op dat Bouterse nu ruim een jaar aan de macht is en in die tussentijd 25 februari, de dag van de coup, gemaakt heeft tot een nationale feestdag. Verder heeft Bouterse de rechters in het 8 Decemberstrafproces geïntimideerd door hun veiligheidsvoorzieningen terug te trekken. Ook zijn volgens Pechtold schoolboeken teruggehaald waarin Bouterse moordenaar genoemd wordt. Verder merkte hij op dat Bouterse 11 jaar gevangenisstraf in Nederland uit te zitten heeft. Pechtold merkte ook op dat Suriname niet geïsoleerd is en Bouterse naar Zuid Amerika afreist.

Twee sporen beleid

VVD-fractielid Han ten Broeke wilde de stand van zaken weten over het decemberproces. Ook hij vindt dat er sprake is van intimidatie van rechters. PvdA fractielid Nebahat Albayrak vindt dat er een twee sporen beleid naar Suriname toe gevoerd moet worden. Eentje van strikt en fair. Strikt als het om Bouterse gaat en fair als het om de Surinaamse gemeenschap gaat. Albayrak vindt dat de Surinaamse bevolking niet het slachtoffer mag worden, omdat Bouterse de president van het land is. Ook deze opmerking was voor Bontes aanleiding te interrumperen. Bontes merkte op dat het de Surinamers zijn die Bouterse gekozen hebben. Albayrak merkte hierop op dat er altijd een deel van de bevolking is die niet op Bouterse hebben gestemd. Rosenthal zei dat in de toekomstige relatie met Suriname zakelijk zal zijn en de overheid een stap terug doet. de nieuwe relatie zal meer van samenleving tot samenleving gaan.

Montag, 14. November 2011

Proces landrechten Suriname gaat langer duren

Waterkant.Net
PARAMARIBO, 14 nov – Het proces rond toekenning van landrechten gaat nog langer duren. Dit zegt presidentieel adviseur Jennifer van Dijk-Silos. Het aanvankelijk uitgezette traject naar een redelijk begin, is in één klap weg. Uitgerekend was dat tegen 2013 tenminste een goede opstap mogelijk zou zijn. “Nu weet ik niet wanneer het zal gebeuren.”
Door het abrupt beëindigen van de landrechtenconferentie is niet alleen het overleg afgebroken. Ook de communicatielijnen tussen overheid en de Inheemsen en Marrons liep averij op. “We zijn nu aan het evalueren. Ik denk dat we volgend jaar pas weer doorgaan”, zei Van Dijk-Silos in Welingelichte Kringen. Dan kunnen misschien weer de eerste voorzichtige stappen gezet. Als de conferentie één werkelijkheid naar buiten bracht, is het wel het gebrek aan eenduidigheid.
Het gaat dan niet alleen om de verschillen in inzicht tussen de twee partijen. Er is ook nog de grote samenleving. Het maakt het streven naar gelijkgerichtheid alleen maar moeilijker. “Het gaat niet alleen om het bewustzijn van de doelgroepen, maar van de hele bevolking. Misschien duurt dat een jaar. En dan moet je wetgeving maken. Die moet je aan meerdere mensen voorleggen, want nu gaat de wetgeving voor de hele samenleving gelden”, aldus Van Dijk-Silos.

Samstag, 12. November 2011

Découverte d'un système pour protéger le cerveau contre le mercure

Les Amérindiens Wayana sur LePost.fr
Des chercheurs de l’Inserm et du CNRS viennent d’identifier des protéines capables de protéger le centre nerveux central contre la toxicité du mercure. Ils viennent de publier leurs travaux dans la revue Toxigical Sciences.


Dans un premiers temps, les scientifiques ont observé durant 3 mois les effets d'une alimentation à base de poissons toxiques, nourriture courante des populations d’amérindiens Wayanas vivant en Guyane. Ils ont très vite montré qu’une alimentation contaminée entraînait la perte de 30 % des cellules nerveuses du cerveau. Ces données confirment ce qui est observé chez les populations autochtones.
Dans un second temps, les chercheurs ont montré que la présence de dérivés du mercure dans l’organisme entraînait la réduction du nombre de chimiokines du type CCL2 au niveau du cortex, permettant ainsi au métal lourd d’attaquer les cellules neuronales plus facilement. Ils ont constaté que chez les souris préalablement dépourvues du gène codant pour ces protéines, la perte de cellules du cortex neural était plus rapide. L’ensemble de ces données suggère que les chimiokines, et plus précisément, les CCL2, jouent un rôle protecteur au niveau des neurones qui sont eux-même capables d’en produire.
Ces travaux permettent d’envisager la mise en place de nouveaux procédés thérapeutiques permettant de réduire, le cas échéant, les dommages causés par une alimentation chargée en métaux lourds.
Extrait de l'article d'Information hospitalière
Source: Communiqué de presse Inserm Accéder à la source
Cette découverte vient-elle trop tard ?
Malgré les très nombreux rapports des scientifiques privés et institutionnels qui établissaient depuis plusieurs décennies, le lien destructeur entre le mercure et l'alimentation avec les graves répercussions sur la santé des populations dont celle des Amérindiens Wayana (et Teko) de Guyane, cette découverte vient-elle trop tard ?
Ce tract a été créé
par les habitants de Kayodé avec l’aide
de l’instituteur
et de l’association Solidarité-Guyane
et est destiné aux garimperos, 
puisqu’il faut faire
le travail 
de l’Etat Français ..

Pour les populations Amérindiennes Wayana et Teko de Guyane française, il semble que toutes ces décennies perdues à faire entendre leurs revendications pour dénoncer l'utilisation du mercure utilisé pour l'extraction de l'or sur leur territoire soient une véritable catastrophe irrémédiable.


On ne manquera pas de déplorer au passage l'irresponsabilité de ce trop long silence, des plus hautes instances politiques de Guyane et de ce pays sur ce sujet.
Les instances administratives et politiques de ce pays ont imposé un silence de plomb sur les ravages du mercure en Guyane par insouciance, indifférence, cupidité, lâcheté et corruption dans ce département de "l'Eldorato" et du "Far West" français où règne une pauvreté et une violence permanente et où tous les coups les plus tordus sont permis.
Cela permettra-t-il à l'ASG, à l'ONAG association amérindienne et à l'association Sherpa, qui avaient en avril 2011 étudié la possibilité d'effectuer un recours administratif  (suite à la plainte contre X pour empoisonnement au mercure en Guyane déposée plusieurs années auparavant) de reprendre une action en justice ? Nous ne pouvons que le souhaiter.
Si cette démarche est réactivée, espérons que cette action ne sera pas une nouvelle fois déboutée ou passée aux oubliettes par un non lieu comme toutes les précédentes actions d'autres associations (FOAGSolidarité GuyaneOk.Mag', etc.), destinées à faire cesser ce scandale écologique et sanitaire en Guyane française. (lire ici !)

Enfant amérindien Wayana de Guyane, extrait de l’excellent
livre pédagogique "Kayodé"
© Patrice Olivier

Rappelons à cette occasion qu'une pétition est actuellement en cours pour "Sauver les 1500 derniers Amérindiens Wayana et Teko de Guyane française". (voir le site dédié :http://wayana.new.fr/ )
On peut participer à cette action en signant directement en ligne (jusqu'au 31.12.2011) sur l'un des sept serveurs ici :
http://www.cyberacteurs.org/actions/presentation.php?id=168

Votre serviteur Amérindeuropéen de service !

Pierre Sarramagnan-Souchier, le 19.10.2011.




Voir aussi :

UMR EPOC - Contamination par le Mercure en Guyane Française

UMR EPOC
EA : La Contamination par le Mercure en Guyane Française...

... Etendue du problème

Etat de contamination par le mercure d'Hoplias aimara, un des poissons les plus consommés par les amérindiens de Guyane française. Le EA est l'auteur de toutes les données poissons inclues dans ce SIG . Ces données sont utilisées par les décideurs locaux et la Croix Rouge pour apprendre aux populations à mieux consommer dans ce contexte de contamination.

Télécharger directement le rapport de synthèse sur le site du BRGM. Pour en savoir plus, voir : Charlet et Boudou, 2002, La Recherche, 359: 52- ; Maury-Brachet et al, 2006, Sci. Tot. Envir., 368: 262- ; Boudou et al, 2006, Hydroécologie, 15: 1- ; Dominique et al, 2007, Environ. Tox. Chem, 26: 45- ; Durrieu et al, 2005, Ecotox. Envir. Safety, 60: 315-.
Exemple suivant >>

Donnerstag, 10. November 2011

Starnieuws - Ramnandanlal wil oplossing grondenrechten via dialoog


Starnieuws
10 Nov, 12:00
3043ed20da3bbb0bacf59fe5efba29d7.jpg
Assembleelid Henk Ramnandanlal
Henk Ramnandanlal (Mega Combinatie/PALU) vindt dat het grondenrechtenvraagstuk via dialoog moet worden opgelost. Hij benadrukt dat het om een ontwikkelingsvraagstuk gaat. "Dat mensen menen recht te hebben op grond in het binnenland vandaag de dag is vanwege het feit dat eeuwenlang deze mensen de ontwikkeling aan hun neus voorbij hebben zien gaan zonder dat zij ervan konden profiteren. 1000 jaren geleden leefden wij allemaal in tribaal verband", zei Ramnandanlal woensdagavond in De Nationale Assemblee.

De politicus wijst erop dat mensen zich hebben kunnen ontwikkelen, waardoor zij hun gedeelte anders hebben kunnen inrichten. "Dat wij vandaag de dag in Nickerie rijst telen, heeft niet alleen te maken met de cultuur van de mensen die daar wonen en werken. Het heeft vooral te maken met de miljoen en miljarden die zijn geinvesteerd in dat gebied. Eerst in SML Wageningen, oorspronkelijk bedoeld voor Hollandse boeren om zich daar te vestigen, later uitgegroeid tot een verwerkings- en exportcentrum voor het hele gebied. En niet te vergeten de miljoenen die zijn geinvesteerd in die regio in onderzoek en veredeling van rijstrijsten en teeltmethoden, in infrastructuur en vooral een rijsthaven", zegt Ramnandanlal.

Binnenland 
Het assembleelid vindt dat als hetzelfde gedaan was voor het binnenland, als dezelfde miljoenen en miljarden waren geïnvesteerd toen in onderzoek en veredeling van de droge rijstrassen, dan was het binnenland vandaag de dag de garantie voor onze voedselzekerheid.

Ramnandanlal vindt dat mensen die de grondenrechten niet zien als een ontwikkelingsvraagstuk, zullen zich over honderd jaar afvragen waarom wij gebieden hebben afgebakend en hoe wij grond in collectief verband uitgegeven niet in productie kunne hebben nemen. "En we moeten daarbij niet proberen een tegenstelling op te werpen tussen kust en binnenland. Beide regio’s hebben hun problemen van het in exploitatie nemen van productiegebieden. Beide problemen moeten worden opgelost indien wij onze natuurlijke hulpbronnen en vooral de Surinaamse mens optimaal willen inzetten de ontwikkeling van dit land. En waar het vooral om gaat in deze kwestie is om de dialoog gaande te houden om te komen tot die oplossing ervan", benadrukt Ramnandanlal.



Sonntag, 6. November 2011

Ritme (Column)

Waterkant.Net
Geplaatst op zondag, november 6th, 2011 om 12:58 pm in Columns




Iwan BraveDoor Iwan Brave – Ik heb de dagbladjournalistiek verruild door de maandbladjournalistiek. Wat ik vooral heb geleerd is dat een leidinggevende bureaufunctie binnen de Surinaamse journalistieke context vooralsnog niet voor mij is. Ik voelde me als een coach die nog zelf graag de bal erin wil trappen. Dat ik tot adjunct-hoofdredacteur werd benoemd, ervoer ik als een hoogtepunt in mijn loopbaan, maar het was mij te veel vergaderen en personele perikelen. Ik miste de actie van het veld.
Het waren ook twee jaren van vooral in balans en gemotiveerd blijven. Suriname is het enige land waar ik op het ogenblijk voor mezelf toekomst ervaar en zie. Van opgeven kon dus geen sprake zijn. Makkelijk was het mentaal allerminst. Maar ik troostte me altijd met: “Heer, als dit mijn zure appel is, dank u voor deze zegening.” Zo kijkend naar het wereldnieuws, leid ik een zeer bevoorrecht leven. Mijn geld houdt niet over, maar hier moeten velen het al gauw met vijf maal minder doen.
Al een jaar geleden werd mij deze nieuwe uitdaging aangeboden. Ik was weliswaar gevleid, maar vond dat ik door die zure appel moest blijven bijten. De goede secundaire arbeidsvoorwaarden hielpen daarbij. Het leven gaat om doorzetten. Gewoon wachten op een mentale doorbraak. Daarnaast was loyaliteit een voorname afweging. Ik heb veel te danken aan de Ware Tijd. Ik had het toestel op automatische piloot gezet naar constructieve doch onbestemde bestemming. Het was niet aan mij de koers te bepalen, zoals ik mezelf had voorgenomen.
Maar die automatische piloot begon mij onvermijdelijk steeds meer geestdodend parten te spelen. Zo gekluisterd achter mijn bureau, voelde ik in mij geleidelijk de journalistieke vlam doven. Dit samen met de perikelen in privésfeer – mijn huwelijk heb ik niet kunnen redden – bevond ik me eigenlijk in dezelfde situatie als toen in 2006, het jaar van mijn persoonlijke neergang. Groot verschil was nu dat het verslavingsaspect en de zucht of hang naar zelfdestructie er niet bij waren. Daarmee heb ik de test glansrijk doorstaan. Maar aan een uitgebluste loyalist heeft niemand iets. Dus voorkomen moet worden dat die journalistieke vlam – vooralsnog mijn enige sleutel naar de toekomst – onherroepelijk dooft. Dat kan alleen door weer verdiepend te graven in het veld, zoals het ooit spontaan in 1986 begonnen was. Het ritme van maandblad past beter bij deze aspiraties.
Via mijn wekelijkse column heb ik het Surinaamse politieke bedrijf met veel satire en knipogen maar ‘kritisch’ op de hak kunnen nemen. Hiermee heb ik willen tonen: dit mag en moet kunnen bij vrijheid van meningsuiting. Ook in Suriname onder president Bouterse. Regelmatig vroegen mensen schertsend: “Leef je nog?” Een keer zei iemand zelfs serieus: “Meneer Brave, ik bid voor u.” Na het mislukken van de grondenrechtenconferentie, twee weken geleden, zei Bouterse zelfreflecterend: “Wie denkt dat wijsheid duur is, weet niet hoe duur domheid kost.” In mijn laatste column voor de krant schreef ik: ‘Met deze wijsheid in gedachte zoek ik, als gewaarschuwd man, het ritme van de maandbladjournalistiek op.’ Vanwege dat ‘gewaarschuwd’ dachten sommigen dat ik bedreigd was. Op een paar verbale modderaanvallen na – waarbij ook tevergeefs naar mijn verslavingsverleden werd gegrepen – ben ik nimmer bedreigd of geïntimideerd.
Alhoewel. Van de week moest ik iets afleveren bij het kabinet van de president. Ik kreeg me daar toch een zeer smerige blik van een prominente adviseur. Zo van: ‘Hoe durf jij hier te komen?’ Duidelijk geen fan. Ik deed alsof mijn neus bloedde en zei opgeruimd: ‘Goedemiddag, hoe gaat het met u?’ Maar die blik onthulde dat de onverdraagzame geest van de dictatuur nog altijd niet geheel terug in de fles is. Hierdoor voel ik me alsnog ook in die zin een gewaarschuwd man. Al met al volop vurig van binnen ben ik weer de piloot van mijn eigen bestemming.
Iwan Brave

Wijsheid

De Ware Tijd

columnist: Iwan Brave  29/10/2011
“Wie denkt dat wijsheid duur is, weet niet hoe duur domheid kost”, besloot president Bouterse wijsgerig en natrappend zijn persconferentie naar aanleiding van de ‘mislukte grondenrechtenconferentie’ te Colakreek. Op de eerste dag had Bouterse al benadrukt dat “het Surinaams gebied ondeelbaar is”. Ook al zo’n opmerkelijke wijsheid voor iemand die persoonlijk verantwoordelijk is voor de morele tweedeling van ons land en die als geen ander onverminderd de koloniale tactiek van verdeel-en-heers toepast. Al daags na het mislukken van de grondenrechtenconferentie kwamen bovenlandse inheemsen zogenaamd spontaan hun ‘verontschuldigingen’ aan hem aanbieden. Doet me denken aan de Tucajana’s die Bouterse toentertijd als dictator liet opdraven tijdens de Binnenlandse Oorlog.

Een delegatie onder leiding van ene Orlando Sabajo, wil ons namens “alle bovenlandse inheemsen” doen geloven dat door ‘onwetendheid’ en ‘taalbarrière’ de gezamenlijke eis van inheemsen en marrons is mede-ondertekend.
Aldus een persbericht en foto van het kabinet van de president. Het idee erachter is vast: ‘ze denken toch dat (wij) indianen dom zijn, dus slikken ze ook wel deze uitleg.’ Nou, ik niet hoor. Het getuigt wel van domheid dat je je zo opzichtig laat spannen voor het ezelskarretje van Bouterse, die openlijk voor schut is gegaan. Met hun gezamenlijke voorgelezen eis hebben de inheemsen en marrons symbolisch hun konten naar hem gekeerd en hun broeken laten zakken: you can kiss this! Bouterse wist van schrik niet waar te beginnen en blies terstond de boel af.
Kort daarvoor zag hij het nog helemaal voor zich: ik, de eerste president, die kleine indiaan Hiawatha, die het heeft gebracht tot een gezamenlijk akkoord. Hij wilde ter eigener glorie en roem, over de ruggen van minderbedeelden en verdrukten, weer eens ‘geschiedenis schrijven’. Tot nu lukt deze president niets. Dus die grondenrechtenconferentie moest zijn eerste triomf gaan worden. En we zouden het hebben geweten met zijn allen.
Cliff Limburg stond al klaar met zijn geile propagandistische spuimachine om ons ermee via Info Act te overgieten. Maar die ‘kleine indiaanse jongen’ heeft door minachting zijn eigen in stam-verband-levende mensen onderschat, terwijl er echt niets gaat boven indiaanse wijsheid. (“Only after the last tree has been cut down, Only after the last river has been poisoned, Only after the last fish has been caught, Only then will you find that money cannot be eaten.”)

Ze bleken toch niet zo dom en tackelden Bouterse op het moment dat hij dacht te kunnen scoren. Sinds Cyrill Daal niet meer getoond. In plaats van een staande ovatie, krijgen onze inheemsen en marrons tot mijn verbazing de gehele geletterde natie over zich heen vanwege hun ‘absurde eisen’. Ach, natuurlijk weten ze dat grondenrechten geen ‘eigendomsdomsrechten’ zijn. Maar als je je niet een showakkoord wil laten opdringen, dan leg je gewoon een absurde eis op tafel. Prachtig: niet ‘erop of eronder’ maar “alles erop én eronder”! Zoals die topvoetbalclub die zijn sterspeler niet kwijt wil en honderd miljoen euro vraagt als er wordt aangeklopt voor hem.
Deze ‘absurde eis’ als een duidelijk signaal van: genoeg geluld, we willen concrete daden zien. Wie dat niet inziet, die is pas dom. Je kan het pinabladerendak op met je “Surinaamse oplossing”. De internationale verdragen zijn duidelijk en ook het Samaaka-vonnis, gewoon uitvoeren! Altijd maar dat goedkoop inspelen op het nationaal sentiment. Maar ondertussen hebben onze binnenlandse broeders en zusters het al decennia voor het nakijken. Terwijl onze mooipratende president een van die grootgraaiers is.
Ze hadden hem mooi door. Nu wil onsportieve Bouterse quasi-wijsgerig de inheemsen en marrons voorspiegelen met: “Wie denkt dat wijsheid duur is, weet niet hoe duur domheid kost.” Maar het was vooral bittere zelfreflectie. Derhalve heeft Suriname gewonnen en is er juist sprake van een succesvolle grondenrechtenconferentie. Hoe dan ook, met deze wijsheid in gedachte zoek ik, als gewaarschuwd man, het ritme van de maandbladjournalistiek op. Dit was mijn laatste Resumé.-.

Mittwoch, 2. November 2011

Linscheer ontkent belangen in goudsector

Starnieuws
02 Nov, 11:00
acd98d982e7961882d79b3ab61a7c3d5.jpg
Melvin Linscheer, directeur Nationale Veiligheid van het kabinet van de president tevens belast met de supervisie Ordening Goudsector ontkent tegenover Starnieuws dat hij belangen heeft in deze branche. André Misiekaba (Mega Combinatie/NDP) zei vanmorgen op Radio ABC dat Desi Bouterse en Winston Jessurun belangen hebben in de goudsector. Linscheer was ook in de goudbusiness. 

Linscheer zegt dat hij nooit een concessie heeft gehad. Hij heeft in de beginjaren negentig aan goudwinning gedaan op concessies van anderen. "Ik ben er allang uit en heb geen enkel persoonlijk belang in de goudsector. Ik heb geen concessie en heb ook nooit aangevraagd", benadrukt Linscheer. Hij heeft ook geen belangen meer bij Mozart Security; dit bedrijf heeft hij enkele jaren geleden verkocht.

Goud exportbedrijf
Jessurun zegt aan Starnieuws dat hij lid is van de raad van commissarissen van goudexportbedrijf Amazone Gold. "Dit is geen geheim. Ik doe niet aan goudwinning en heb geen concessie", benadrukt Jessurun. Hij zegt een bescheiden aandeel te hebben in het bedrijf dat in jaren negentig is opgericht en een effectieve bijdrage levert aan de goudsector. "Ik ben echt niet een van de land lords", aldus Jessurun.

Misiekaba zei vanmorgen op ABC dat "iedereen weet dat meneer Bouterse sinds jaar en dag in de goudbusiness zit". De parlementariër zei dat hij niet over de president praat, want hij was al actief in de sector voordat hij deze functie had. Misiekaba gaat ervan uit dat de president zijn belangen heeft overgedragen omdat de grondwet nevenfuncties verbiedt. Volgens Misiekaba is Jessurun "één van de big guys in de goudbusiness".

Ondernemerschap
"En zo heb je een paar klinkende Chinese namen die ook tot de big guys gerekend mogen worden. Dat zijn meer de mensen die zitten bij dat stuk dat geëxporteerd wordt", aldus Misiekaba. Hij zegt geen problemen te hebben met mensen die willen ondernemen. Waar het bij hem om gaat is dat mensen al meerdere concessies hebben en nog meer willen, terwijl anderen die jaren aanvragen doen niet aan bod komen.

Het assembleelid gaat ervan uit dat mensen die nu met taken zijn belast, ook afstand hebben gedaan van persoonlijke belangen in de goudsector.
"Natuurlijk als je president bent geworden dan zegt de grondwet dat je je niet mag verenigen met wat voor soort ander werk dan ook. Dus ik neem aan dat de president, de heer Bouterse nadat hij president is geworden, zaken heeft afgewikkeld, aan anderen heeft gegeven. Daar ga ik ook van uit van anderen die een andere functie hebben die onverenigbaar zijn met andere werkzaamheden. Als mensen willen ondernemen, akkoord. Maar ze moeten niet doen alsof die belangen er niet zijn", zegt Misiekaba. Hij pleit voor sociale rechtvaardigheid bij de uitvoering van het Ontwikkelingsplan. Goud is 'big business'. De ordening moet de samenleving ten goede komen.

Tanja van Veldhuizen over grondenrechten


Eindelijk een deskundige presentatie van de grondrechten probleem -
Finally an expert presentation of the land rights issue

Grondrechtenconferentie - Persconferentie VIDS



Eerst garanties, dan een weg

Parbode

Written by Pitou van Dijck en Maja Haanskorf
TUESDAY, 01 NOVEMBER 2011
granties.jpgTerwijl in Bolivia de Indiaanse bevolking te hoop loopt tegen de aanleg van een weg, heeft de Saramaccaanse bevolking langs de Boven-Surinamerivier laten weten geen heil te zien in een weg door hun gebied, voordat aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Het resultaat van de enquête die Stichting Equalance in 2010 heeft gehouden in twintig dorpen langs de Boven-Suriname, laat zich samenvatten in één zin: eerst garanties, dan een weg.
De enquête van Equalance is de eerste raadpleging onder de Saramaccaanse bevolking over de mogelijke komst van een weg door hun woongebied. De ruim 530 geïnterviewden geven duidelijk aan geen weg te willen, voordat aan een aantal voorwaarden is voldaan. Dit beeld spreekt ook uit de krutu’s, bijeenkomsten in de dorpen, waar de resultaten van het onderzoek zijn gepresenteerd.
Ook via de lokale radiozenders Radio Maife en Radio Muje waren de resultaten te beluisteren en dorpelingen konden inbellen en reageren. Op basis van de vele opmerkingen en aanbevelingen is een actieplan opgesteld, waarmee negatieve gevolgen van een weg zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden en positieve versterkt. Aan de Surinaamse overheid de taak dit actieplan serieus te nemen.
Dat de Saramaccaanse bevolking eensgezind is in het stellen van voorwaarden, komt vooral door een geringe mate van vertrouwen in de overheid. Bewoners vinden dat de overheid in de loop der jaren gedane beloftes niet is nagekomen. Ze wijzen hierbij op het Saramacca-vonnis, dat nog steeds niet door de overheid is uitgevoerd. Vooral de afbakening van het Saramaccaans territorium en de wettelijke erkenning van de grondenrechten blijven uit.
Bewoners verwachten dat een weg een groot aantal problemen met zich mee zal brengen, zoals toename van criminaliteit, roven van natuurlijke hulpbronnen, ontwrichting van gemeenschappen en ondermijning van het traditioneel gezag. Deze problemen dienen eerst te worden aangepakt of er moeten tenminste afspraken worden gemaakt dat hieraan zal worden gewerkt.
Naast een regeling van de grondenrechten, is de aanleg van nutsvoorzieningen, vooral elektriciteit, een belangrijke voorwaarde. Mensen nemen geen genoegen meer met beloftes die na de aanleg van de weg toch niet worden nagekomen. Dat is immers hun ervaring: ze zijn de negatieve gevolgen van de bouw van de Afobakkadam niet vergeten.
De overheid heeft hen destijds gedwongen te verhuizen, zonder goede opvang en compensatie. De bevolking geeft dan ook aan zich te zullen verzetten tegen de aanleg van de geplande weg of elk ander groot infrastructureel project in hun woongebied, als er geen garanties komen.
Ervaringen in andere Zuid-Amerikaanse landen leren dat voorbijgaan aan de verlangens van de lokale bevolking voor overheden riskant kan zijn.
Niet alleen president Morales van Bolivia heeft het moeilijk met het brede verzet tegen de wegverbinding met Brazilië, ook in Peru en Brazilië heeft de regering te maken met hoogoplopende conflicten rond de aanleg van dammen. Die brengen zowel grote maatschappelijke kosten als ernstige financiële gevolgen met zich mee. Wellicht kan de Surinaamse overheid hier lering uit trekken.


Het dossier ‘Een weg komt nooit alleen’ wordt gratis bijgesloten in de Parbode-editie van december 2011. Het gaat in op de plannen voor de aanleg van een weg tussen Suriname en Brazilië en de bouw van stuwdammen in de Tapanahonyrivier. Ook treft u een dvd aan, met daarop een film en veel achtergronddocumentatie.

De echte Indiaan bestaat niet meer

Parbode

Written by Maike Veltman
TUESDAY, 01 NOVEMBER 2011
indiaan1.jpgEen halve eeuw geleden was je pas een Wayana als je door de mier gestoken werd. Inheemsen liepen nog met een lendendoek en de Sjamaan werd ge­respecteerd. In augustus werd Ingi Dei op het Onafhankelijkheids-plein grootst gevierd, maar de echte inheemse cultuur in het binnen­land is aan het verdwijnen. Volgens velen is het de schuld van Amerikaanse zendelingen. Roy en Margaret Lytle werken en wonen al meer dan veertig jaar in het Lawagebied. “De ontwikke­ling zou sowieso gekomen zijn, alleen wij waren er eerder.”
Diederik van Goethem, fo­tograaf van beroep, maakte twee jaar geleden een reis door Suriname. Meer dan duizend foto’s schoot hij van de inheemsen en langzaam maar zeker raakte hij in de ban van de fascinerende cultuur van de Indianen in ons land. Een cultuur die, naar zijn zeggen, vernietigd wordt. “Wat ik tegenkwam, zijn praktijken die me de­den denken aan de tijd van de inquisitie. Indianen worden gedwongen hun eigen geestelijke cultuur, hun identiteit op te geven. Lang niet iedereen is vrijwillig christen naar mijn idee. De groepsdruk is zo enorm dat er een sfeer van dwang, van angst is.” Van Goethem noemt een Wayana in Apetina als voorbeeld. Hij had veel aan hem als gids en op gegeven moment, toen ze ver weg van het dorp in het bos waren, barstte de inheemse man los. “Als ik niet geloof, word ik het dorp uitgezet met mijn familie. Ik durf dat niet te zeggen, misschien word ik zelfs wel vermoord.” Deze woorden schokten de fotograaf diep en steeds meer raakte hij ervan overtuigd dat er iets heel ergs aan de hand is in het binnenland van Suriname.
indiaan2.jpgDe Amerikaanse zendelingen waar Van Goethem over spreekt, zijn in 1970 naar Suriname gekomen. Hun standplaats is Kawemhakan aan de Lawarivier. “Men zei dat we naar een dorp zouden gaan als Sodom en Gomorra. The wild wild west. Veel geweld, geweren en heel veel immoreel gedrag. Het was toen ook nog heel primitief. Hun manier van leven was nog nauwelijks beïnvloed.” Margaret Lytle vertelt over de begin­tijd van hun missie. Zij en haar man Roy werken voor World Team, een Amerikaanse organisatie die in 1954 het werk in Suriname is begonnen. ‘Vanaf dat moment’, schrijft World Team op zijn site, ‘heeft God geweldige dingen gedaan. Onder verschillende Indianenstammen is de christelijke populatie bijna honderd procent en de inheemsen reiken nu zelf uit naar andere stammen.’ Roy en Margaret hebben deze ontwikkelingen allemaal meegemaakt. “We zijn begonnen met de Indianen te leren lezen en schrijven. Onze voorgangers waren gestart met het Wayana op schrift te stellen en het Nieuwe Testament te vertalen.” De Lytles zijn daarmee doorgegaan. Niet alleen alfabetisering brachten ze naar het dorp, ook gereedschappen en andere spullen waar eerst dagen voor gereisd moest worden. “Natuurlijk was het ook in ons belang. We wilden dat ze in het dorp waren, zodat we ze over Jezus kon­den vertellen. We wilden dat ze konden lezen, zodat ze zelf de Bijbel konden lezen.”
De stem van de inheemse stam­men werd, en wordt nog steeds, niet of nauwelijks gehoord in Suriname. “De Wayana’s voelden zich genegeerd. Wij toonden interesse in hen.”
Dat die inte­resse oprecht is, blijkt uit de vele foto’s van de dorpsgenoten die aan de muur van hun huis in de stad hangen. Door jaren in Kawemhakan te wonen, zijn de Wayana’s als familie geworden van Roy en Margaret.
Met de komst van de Amerikanen is er in het bos veel veranderd. Kinderen lopen niet alleen meer met cassavebrood in hun hand, maar zo af en toe snaaien ze een American pancake van de ontbijt­tafel van Margaret. De Wayana’s eten nog steeds de grote mieren als lekkernij en drinken regelmatig kasiri, maar doen dat met kleren aan hun lijf in plaats van de idyllische lendendoek. Roy en Margaret voelen de druk vanuit de stad en het buitenland. “Antropologen zijn niet onze beste vrienden.” Roy en Margaret zijn gevormd door de westerse (Amerikaanse) cultuur, en logischerwijs wisselen ze die cultuur ook uit met die van de Indianen. “Tijdens de revolutie zijn we acht jaar terug gegaan naar Florida. Toen we terugkwamen, had­den alle Indianen kleren aan. Ik schrok ervan, maar in ieder geval konden ze ons daar de schuld niet van geven.”
Diederik van Goethem vindt het verschrikke­lijk dat de inheemse cultuur naar de achtergrond is geschoven. “Je ziet er nauwelijks meer iets van terug. Het is praktisch vernietigd.” En inderdaad, als je op een willekeurige dag met een kleine chartervlucht landt op de airstrip van Kawemhakan, lijkt het dorp in niets meer op het dorp wat het vroeger was. De zon brandt op de zinken dakplaten van de ruime huizen. Het geluid van de televisie knalt door de ramen de natuur in. Overal staan generatoren die het dorp continu van stroom voorzien. De man­nen liggen relaxed in de hangmat, terwijl de vrouwen hier en dindiaan3.jpgaar met elkaar klet­sen. “Onze dochter is opgegroeid in het bos. Ze wilde onlangs weer met ons mee toen ze op vakantie was, maar niet meer naar Kawemhakan. Het leek in niets meer op het dorp waar ze opgegroeid was, zei ze.” Margaret vindt het jammer dat het dorp zo veranderd is, maar legt een deel van de verantwoordelijkheid bij de inheemsen zelf. “Het is hun keuze om kleren te dragen. Het zijn hun keu­zes om niet te dansen in de kerk of om niet meer te fluiten. We hebben niets verboden, maar natuurlijk hebben we wel uitgelegd waarom sommige dingen niet goed zijn.”
En daar wringt de schoen. Roy en Margaret zijn niet naar het binnenland gegaan om een cultuur te vernietigen, maar hadden een groot doel voor ogen: het evangelie brengen. Roy: “De Indi­anen geloven in de natuur. Overal zijn geesten. Het is niet zo dat ze die geesten echt aanbaden, maar ze waren wel voort­durend bezig om de geesten tevreden te houden. Ze waren eigenlijk altijd bang. Toen wij kwamen, hoefden we ze niet te vertellen over Satan of boze geesten. Die kenden ze al. We vertelden hen over de Heilige Geest, God en Jezus.” Culturele gebruiken waren meestal bedoeld om geesten tevreden te stellen. De rode verf waar­mee een Wayana zich insmeerde, was bedoeld om zich te verstoppen voor kwade geesten. “Nu ze Jezus kennen, hoeft dat niet meer. Ze kennen nu de vrijheid die God geeft en ze hoeven niet meer bang te zijn.”

Alleen nog maar show
Karin Anema is schrijfster van het boek De groeten aan de koningin en schrijft over haar reis door inheems Suriname. Grote thema’s in het leven van de inheemsen worden door haar op een persoonlijke manier beschreven: van de Braziliaanse goudzoekerssfeer en de bijbehorende kwikvervuiling, de trek van Indianen naar de rijke Franse kant en ook de invloed van de zendelingen. Ze spreekt Roy en Margaret tijdens de tweejaarlijkse bijbelconferentie die in het binnenland gehouden wordt. Ze beschrijft het koppel als een koninklijk stel dat door de Indianen op handen gedragen wordt en heeft een openhar­tig gesprek met hen. Zonder hen te veroordelen, geeft ze hen het woord. Desondanks straalt het hele boek een sfeer van weemoed uit. Met elke blad­zijde die je omslaat, zie je de cultuur verdwijnen, verkocht worden door de inheemsen zelf. ‘Hij (de granman) wenkt zijn vrouw, die me de kettingen laat zien. Het is net of ik in Volendam ben, waar ze klederdracht verkopen die ze niet meer gebruiken.’
indiaan4.jpg
Nardo Aloema, Voorzitter OIS
De teloorgang van de inheemse cultuur is in het ene dorp duidelijker dan in het andere. Van Goethem zag tijdens zijn reis dat de inheemse cultuur in Galibi beter bewaard is gebleven dan in het binnenland. Dit is onder andere te danken aan Nardo Aloema, voorzitter van de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS). Bij hem thuis in Commewijne komt de geur van kasiri je bij de voordeur tegemoet. Hij strijdt voor zijn cultuur. “Het moet behouden blijven. De inheemsen wonen hier al duizenden jaren. Onze cultuur vernietigen is het ergste wat je kunt doen.” Volgens Aloema is het niet per se de schuld van de kerk. De kerken zijn ontstaan in de westerse cultuur en bij contact tussen twee culturen is samen­smelting het gevolg. “Maar waarom is de ene cultuur dan beter? Waarom is jouw cultuur dan alleen goed om de aarde te verzorgen? Waarom kunnen we niet samenwerken?” Aloema voelt zich als Indiaan genegeerd: “Alle waarden en tradities van onze voorouders worden tenietgedaan. Nu wordt er naarstig gezocht naar oplossingen om het goed te maken met de natuur. Nu is het al bijna te laat.” De eeuwenoude voorspel­lingen van de inheemse culturen over bijvoorbeeld de klimaatverandering of het verschuiven van de tijd in 2012 (Maya-profetieën) wor­den nauwelijks serieus genomen. Ook Anema schrijft in haar boek over het niet serieus nemen van de Indianen. Haar bezoek aan Galibi mondde uit in een confrontatie met het stamhoofd. Nooit eerder had ze zo’n botsing tussen twee culturen meegemaakt.
Aloema legt de schuld van het verdwijnen van de cultuur deels bij de kerk. “De pater verbiedt mijn maraka, een inheems muziekinstrument. Pas sinds kort mogen we onze cultuur ook gedeeltelijk in de kerk uitoefenen.”
indiaan5.jpg
De zendelingen Roy en Margriet Lytle
Swingende dansfeesten
Culturele uitingen mogen in Galibi dus wel. Dit staat in groot contrast tot wat de Wayana’s wel of niet ‘mogen’ doen. De swingende dansfeesten waar de inheemsen om bekend staan, komen nog maar spora­disch voor. “Yana betekent mensen in de taal van de Wayana. Wa komt van het woord tuwai. Dat betekent dansen.” Roy Lytle zegt dat de Wayana’s van nature dansers zijn. “Hun hart, hun identiteit ligt in de dans. Het ritueel waarbij een jongen een man wordt door de mierensteek, bestaat grotendeels uit dansen.” Volgens Roy leidden de dans­feesten vroeger tot immoreel gedrag. “Ze dronken hun kasiri, werden dronken en gingen met elkaars vrouwen naar bed, soms zelfs met kinderen.” Het zendings­echtpaar heeft er geen moeite mee als de inheemsen dansen, zolang het maar voor God in de kerk gedaan wordt en het im­morele gedrag achterwege blijft. “Maar ze willen het niet meer”, roept Margaret uit. “We hebben hen vaak gevraagd om ook te zingen en te dansen in de kerk.” Het nieuwe geloof is de reden dat veel Indianen hier niet meer aan toegeven. Roy: “Alumpia was vroeger een zeer gevreesde Sjamaan, maar hij is nu bekeerd tot het christendom. Pas was er een dansfeest in een dorp aan de Franse kant. Iedereen ging er heen. Het ritueel waarbij een jongen man wordt door de mierensteek zou ook plaatsvinden. De Indianen geloven dat als je gestoken bent door de mier, je de kracht krijgt van die mier. Alumpia zei toen tegen me, en dat blijft me altijd bij: ‘De duivel heeft ons bedrogen. We krijgen onze kracht niet van een mier, maar van God’.” Een echte Wayana ben je pas als je danst. “Heidense dorpen vinden daarom dat in Kawemhakan, Apetina en eigenlijk alle christelijke dorpen geen echte Wayana’s meer wonen.”
De dorpelingen die Roy en Margaret persoonlijk kennen en ook gekozen heb­ben voor hun Amerikaanse geloof, zijn zelf door het proces van cultuurverande­ring gegaan en weten in principe waar ze voor kiezen. Hun kinderen hebben dat nooit meegemaakt en kennen alleen de overlevering. Voor hen is het echt de on­dergang van hun cultuur, maar volgens de zendelingen een aanwinst voor hun levenskwaliteit. “Voordat wij kwamen, behandelden deze mensen hun vrouwen en kinderen zonder respect. Ze sliepen met iedereen. Er was veel zelfmoord. Nu is het allemaal zo anders. Deze mensen hadden Jezus nodig.” Voor Roy en Margaret is dat altijd de grote drijfveer geweest achter hun missie. Ondanks alle kritiek zijn ze daarom doorgegaan. “Kijk, we kennen de kritiek over het cultuurverlies, maar wij houden echt van deze mensen.” Het is moeilijk om de zachte stem van Margaret niet te gelo­ven. Roy vult haar aan: “Verandering zat eraan te komen. Het is ondenkbaar dat deze mensen nooit de westerse cultuur hadden leren kennen. Natuurlijk wel. Maar ja, wij waren er eerst. Maar we zijn ook lang genoeg gebleven om ze te leren hoe om te gaan met die verandering. We zijn er nog steeds.”