Mittwoch, 21. März 2012

Er valt niets te verzoenen, er valt alleen maar te veroordelen

 door Edgar Mampier on the 20 Mar 2012



Nu de guillotine wordt opgesteld maakt de NDP haast met amnestie, of eigenlijk moet ik zeggen Bouterse maakt haast, want het is niet aannemelijk dat de indiening van een wetsvoorstel tot wijziging van de amnestiewet 1992 níet op zijn aandringen versneld plaatsvindt. Want zoals de parlementariërs Asabina en Monorath al hebben laten blijken, zijn zij verrast door een spoeduitnodiging om in huishoudelijk verband deze wet te behandelen, waar zij als coalitie-leden niet eens op de hoogte waren van de voorbereiding van deze initiatiefwet. Bovendien voegde Monorath er aan toe dat de wijziging van de amnestiewet 1992 niet voorkomt op de lijst van 200 wetten die moeten worden behandeld. Volgens hem zijn er andere prioriteiten, zoals milieu-, toerisme- en onderwijswetten. Waar is de Bouterse gebleven van “Het Accoord van Leonsberg” van 10 augustus 1987, waar hij de hem aangeboden amnestie afwees door te zeggen: “Ik wil nog wel eens zien wie Bouterse iets kan maken”, of woorden van gelijke strekking?
Nu het 8-december-proces zijn voltooiïng nadert, wordt Bouterse de grond te heet onder de voeten, de recent voor de Krijgsraad gedane uitspraken van mede-gezworene Ruben Rozendaal zullen daar zeker niet vreemd aan zijn, Bouterse beschikt kennelijk over minder “zakken zout” dan zijn raadsman Kanhai. Vandaar dat de amnestiewet van 1992 zodanig moet worden opgerekt, dat alle tussen 1980 en 1992 gepleegde misdrijven daaronder komen te vallen, eerst en vooral natuurlijk om Bouterse’s hachje te redden, mocht hij schuldig worden bevonden door de Krijgsraad.
Een memorie van toelichting ontbreekt hieraan uiteraard niet, maar die geeft alleen maar een vaag en paars-gekleurd verhaal, zoals onder andere: “Ondanks het verstrijken van de tijd (van 1975 tot 1993, EM) zien we nog te vaak dat politici en bestuurders hun ervaringen en perspectief van die tijd introduceren in de discussie over actuele nationale vraagstukken van cruciaal belang, met een negatief effect op die discussie en op de aanpak van belangrijke nieuwe vraagstukken. We maken mee dat er zo veel tijd verloren gaat aan discussies over de periode en haar gevolgen, zowel in positieve als negatieve zin.” Met andere, duidelijker woorden: Bouterse staat nog steeds in de weg.
Volgens de memorie van toelichting heeft ons land dringend behoefte aan acceleratie van haar ontwikkeling en de gezamenlijke aanpak van een aantal nieuwe, maar zeer ernstige vraagstukken over onze toekomst en zelfs onze overleving. De uitdagingen en bedreigingen waar ons land in deze eeuw voor staat, zullen we niet het hoofd kunnen bieden indien we niet in staat zijn in eenheid slagvaardig te handelen ter bescherming van de huidige en komende generaties Surinamers. Het inzicht groeit dat ons land zich slechts door grote solidariteit de komende jaren in de strijd tegen vele problemen die de wereld ons voorhoudt zal kunnen handhaven. Conclusie volgens de memorie van toelichting is het oude, gepasseerde station van verzoening, dat nu dan één, twee, drie in godsnaam door amnestie moet worden bereikt.
De memorie van toelichting verklaart tot slot het belang van de amnestie alsvolgt: “ Vrede is niet slechts het ontbreken van actieve gevechtshandelingen. Ook het ‘low intensity conflict’ dat ons land sinds de jaren 80 teistert staat ontwikkeling in de weg. Daarom is het dus in het kader van de vrede, nationale eenheid en ontwikkeling van de Republiek Suriname noodzakelijk dat de Amnestiewet niet langer slechts selectief een deel van de jaren tachtig bestrijkt.”
Kennelijk heeft de schrijver van deze toelichting niet door dat Bouterse ook nog eens aansprakelijk moet worden gesteld voor dit ‘low intensity conflict’ dat ons land sinds 1980 teistert en dat naar diens eigen zeggen “ontwikkeling in de weg staat”. Er valt niets te verzoenen, er valt alleen maar te veroordelen, eerst daarna is normalisatie van onze maatschappij mogelijk. Amnestie staat normalisatie in de weg.

Keine Kommentare: