Suriname Stemt
Door Rolf van der Marck on the 06 Jan 2012
Het
artikel van Nancy de Randamie Genoeg
over Bouterse wil ik niet
onbesproken laten, want in wezen predikt het dezelfde onverschilligheid die
het Bouterse mogelijk heeft gemaakt om aan de macht te komen en die –in
weerwil van zijn misdaden– weer te hernemen. Mijn stelling is dat zolang
deze houding van onverschilligheid, dat typische Surinaamse “ik bemoei
niet!”, niet wordt omgebogen, Suriname opgescheept zal blijven, niet alleen
met Bouterse, maar ook met wat De Randamie noemt: “De praktijken (…) van aan
een diepgewortelde politieke cultuur die haar oorsprong heeft in het door
Nederland gevoerd koloniaal bewind. Eentje dat gebaseerd is op racisme,
uitsluiting en verdeel- en heerspolitiek.”
Natuurlijk is er méér dan Bouterse alleen, daar heeft De Randamie gelijk in,
maar Bouterse’s coup en de daaruit voorgekomen misdaden tegen de mensheid,
samen met de niet te onderschatten bijbehorende trauma’s, blijven als
donkere wolken boven aller hoofden hangen, die dreiging is nog altijd niet
geweken. Naïef vind ik De Randamie waar ze Bouterse nog min of meer het
voordeel van de twijfel wil geven, namelijk dat hij zijn coup pleegde “om af
te rekenen met vriendjespolitiek en corruptie bij de machthebbers van toen”.
Dit is nooit Bouterse’s bedoeling geweest. Zijn bedoeling was louter en
alleen eigen gewin, die maar al te snel uitgroeide tot machtswellust.
Afrekenen met het oude systeem beleed hij alleen met de mond om het volk mee
te krijgen, en dat is hem tot onze eigen schande gelukt.
De grondsituatie was bij de verzelfstandiging van Suriname in 1975, bij de
coup van 1980, en is nu nog steeds de maar al te diep gewortelde cultuur van
racisme, uitbuiting en verdeel- en heerspolitiek, ingezet door het koloniaal
bewind, gretig voortgezet sindsdien en onder Bouterse alleen nog maar
verhevigd. Suriname gaat inderdaad nog altijd gebukt onder het juk van het
kolonialisme dat het nimmer heeft kunnen afwerpen. Helaas worden profeten in
eigen land nooit geëerd, Anton de Kom schreef al in 1934 in zijn beroemde
boek Wij
slaven van Suriname: “Geen
volk kan tot volle wasdom komen dat erfelijk met een
minderwaardigheidsgevoel belast blijft.” Het heeft echter niet
mogen baten, de door De Kom gestelde diagnose gaat nog steeds op.
Dat is nu wat ik in het artikel van De Randamie mis: de strijd- baarheid van
een De Kom. Nog altijd berusten wij Surinamers, leggen wij het hoofd in de
schoot en wíllen wij maar niet bemoeien, tégen beter weten in. De Randamie’s
goede bedoelingen trek ik niet in twijfel, maar met goede bedoelingen alléén
komen we er niet. Daarvoor is strijdbaarheid en strijd nodig, en niet het
tellen van wat er nog aan zegeningen is overgebleven. Wij missen het lef van
mensen als De Kom, want met al die ja-knikkers van nu blijven we in dezelfde
mallemolen ronddraaien: ‘nieuwe heersers, dezelfde stront’. De Randamie
maakt zich om de verkeerde redenen zorgen over de media, want ondanks dat
Bouterse ze betitelt als rioolratten, hebben ze het lef niet om duidelijk
stelling te nemen. Wellicht begrijpelijk vanwege het opgelopen trauma, maar
niet langer acceptabel. Immers, “niemand hoeft bang te zijn om te worden
geïntimideerd of vermoord in het Suriname van 2012”, zegt De Randamie. Dat
Bouterse van zijn fouten zou hebben geleerd –zoals De Randamie ook beweert–
is apert onjuist, kijk maar naar de door haar genoemde kuparies:
allemaal zijn terug van weggeweest.
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen