04 Apr, 18:00
(Aangeboden: Dieven in de nacht)
In de laatste week van maart 2012 werd de Surinaamse samenleving ernstig opgeschrikt door het bericht dat bij de Nationale Assemblee een initiatiefwet was ingediend tot het verlenen van amnestie aan de plegers van de brute moorden op 8 december 1982 in het Fort Zeelandia.
Verschillende van de Assembleeleden die de initiatiefwet indienden, hadden gedurende vele jaren de 8 december moorden afgedaan als een zaak die bij de rechter ligt. Als dieven in de nacht hebben deze Assembleeleden echter in het geniep gewerkt aan een amnestiewet om de daders straffeloos te stellen. Met ongekende ijver is de Amnestiewet 2012 door het parlement gedrukt en is daarbij hoog van de toorn geblazen dat amnestie voor de 8 december moordenaars noodzakelijk was voor verzoening in en de ontwikkeling van Suriname.
Nu een jaar na de goedkeuring en uiterst dubieuze wijze van bekrachtiging van de Amnestiewet 2012 op 5 april 2012 door de Vice-President, blijkt deze wet juist een etterende splijtzwam te zijn die de Suriname gemeenschap in vele opzichten ernstig verdeeld houdt.
Sociale splijtzwam
Reeds in de eerste dagen na de aanname werden de ruim 5000 deelnemers aan een stille protestmars tegen die wet, door de hoofdverdachte die tevens President is, uitgemaakt voor landverraders. Daarmee heeft de hoofdverdachte en President, persoonlijk het startsein gegeven voor een intimidatie campagne tegen een ieder die voorstander is van voorzetting van het 8 december strafproces.
Organisatoren van de protestmars zijn geïntimideerd en bedreigd en vele burgers voelen zich niet vrij zich te uiten. Immers wie zich uitlaat tegen de Amnestiewet 2012 kan represailles verwachten.
In vrijwel alle sociale kringen, van recreatie verenigingen tot social clubs, maar ook binnen de vakbeweging en het bedrijfsleven, heerst er net als in de jaren na de moorden een spreekangst. Maar ook in familie- of vriendenkringen wordt het als onwenselijk ervaren het onderwerp amnestie aan te snijden.
Kortom het sociaal en maatschappelijk leven is uit haar harmonie en velen zijn op hun hoede voor rancune uit de hoek van de 8 december moordenaars en hun handlangers.
Politieke splijtzwam
De Amnestiewet 2012 is ook zonder meer een politieke splijtzwam. Reeds bij de aanname bleek dat slechts 28 van de 36 leden van de coalitie vóór de wet hebben gestemd. Dit heeft geresulteerd in het buiten de coalitie plaatsen van de BEP en Nieuw Suriname en het NDP parlementslid dat zich van stemming onthield werd in de ban geplaatst.
De Nieuw Front oppositie en ook DOE hebben zich fel tegen de Amnestiewet 2012 gekeerd en sinds de aanname loopt er een dikke scheidslijn van pro en contra amnestie door de Nationale Assemblee. Zeer regelmatig vinden er botsingen plaats als het woord amnestie weer valt en de parlementsvoorzitter doet er alles aan om de amnestiewet tot gepasseerd station en daarom tot verboden onderwerp te verklaren.
De Amnestiewet 2012 heeft een nieuwe politieke scheidslijn tussen coalitie en oppositie getrokken en de coalitie politiek verzwakt.
Belangrijke exponenten uit de vakbeweging en het bedrijfsleven, maar ook verschillende oppositie partijen, hebben in hun nieuwjaarsboodschap 2013 aangegeven dat de Amnestiewet juist een obstakel is voor de verdere harmonische ontwikkeling van Suriname en daarom alsnog van tafel moet.
Juridische splijtzwam
De Amnestiewet 2012 is echter ook vooral een juridische splijtzwam. Dit is vooral het gevolg van de onbegrijpelijke wijze waarop de Krijgsraad met de Amnestiewet 2012 is omgegaan. Op de eerste plaats moet het m.i. als een ernstige misslag worden beschouwd dat de Krijgsraad die belast is met het 8 december strafproces, die wet ambtshalve in het proces heeft gebracht. Immers door een kapitale blunder van de Nationale Assemblee behoren de 8 december verdachten niet tot het normadressaat van die wet. Die wet verleent woordelijk geen amnestie aan die verdachten en het is dan ook zeer te betreuren dat de Krijgsraad en het Openbaar Ministerie dat nog steeds niet doorzien. Daarmee dreigen de Krijgsraad en de Auditeur-Militair op de stoel van de wetgever te gaan zitten omdat beide instanties die wet van toepassing achten op personen die de wetgever in die wet juist niet heeft vermeld.
Een m.i. tweede ernstige misslag van de Krijgsraad is zijn conclusie dat de Amnestiewet 2012 niet in strijd is met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens. Gezaghebbende deskundigen op het gebied van het Internationaal recht, waaronder Geatano Best en Hugo Fernandes Mendes, hebben echter ondubbelzinnig aangegeven dat de Krijgsraad in dat opzicht de plank volledig misslaat.
De nabestaanden hebben dan ook in augustus 2012 zich tot de Krijgsraad gericht met een verzoek toegelaten te worden tot het strafproces, juist omdat voormeld verdrag hun daartoe het recht geeft.
Een m.i. derde misslag van de Krijgsraad is dat hij de nabestaanden heeft meegedeeld dat hun verzoek niet behandeld kan worden omdat het “8 december strafproces” geschorst is. Dit is pertinent onjuist omdat in zijn vonnis van 11 mei 2012 de Krijgsraad slechts “de vervolging” schorst.
De Krijgsraad heeft immers na die schorsing meerdere terechtzittingen in deze strafzaak gehouden, laatstelijk nog voor de behandeling van een verzoek van drie verdachten om het strafproces onmiddellijk te staken. Alhoewel dat verzoek is afgewezen bewijst de Krijgsraad daarmee dat het “strafproces” dus niet geschorst is en reist de vraag waarom dat wel aan de nabestaanden op hun verzoekschrift is meegedeeld. Werkt de Krijgsraad met twee maten of is hij het juridisch spoor bijster?
Hoger Beroep
Zeer opvallend is dat ten minste twee verdachten in het strafproces hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan amnestie en dat zij wensen dat het strafproces gewoon wordt voortgezet. Eén van die verdachten heeft daarom bij het Hof van Justitie hoger beroep aangetekend tegen de schorsing van de vervolging door de Krijgsraad. Daarmee wordt nu reeds het Hof van Justitie bij de beoordeling van de Amnestiewet 2012 betrokken en het is zeer te hopen dat het Hof van Justitie de misslagen van de Krijgsraad recht zet.
Constitutionele tijdbom
Zowel het Openbaar Ministerie als de Krijgsraad hebben overigens wel aangegeven dat de Amnestiewet 2012 alles heeft van inmenging is in een strafproces, welke “inmenging” in artikel 131 lid 3 van de Grondwet uitdrukkelijk wordt verboden.
Daarmee is echter het zoveelste nieuw juridisch probleem ontstaan omdat de Krijgsraad zich onbevoegd verklaard heeft daarover een oordeel te geven en kennelijk wacht op de operationalisering van het Constitutioneel Hof, welk slechts een administratief orgaan is.
Het heeft er alles van dat de regering daarom met grote spoed een wetsvoorstel voor de instelling van het Constitutioneel Hof naar de Staatsraad heeft gestuurd voor advies.
Men mag dan ook verwachten dat dit wetsvoorstel spoedig aan De Nationale Assemblee zal worden voorgelegd.
Maar dan hebben we zeker de juridische poppen aan het dansen omdat het voorstel een regelrechte aantasting van de onafhankelijkheid van de Surinaamse rechterlijke macht inhoudt. In het voorstel wordt namelijk de toetsingsbevoegdheid van de rechterlijke macht als geregeld in artikel 106 en 137 van de Grondwet ernstig beperkt, door bij die rechterlijke toetsing ook een rol aan het Constitutioneel Hof toe te bedelen.
Het Constitutioneel Hof, dat slechts een administratief orgaan is, gaat zich dus zelf inmengen in de rechtspraak in Suriname, hetgeen in artikel 131 lid 3 van de Grondwet nu juist uitdrukkelijk is verboden.
De staatsrechtelijke puinhoop kan wat mij betreft niet groter en daarmee wordt een tijdbom onder de rechtstaat Suriname geplaatst.
De Amnestiewet 2012 heeft dan ook voor geen enkele verzoening gezorgd en noch minder voor ontwikkeling. Integendeel is het een splijtzwam die alsmaar doorgroeit in alle geledingen van het sociaal, politieke en juridisch leven in Suriname.
Als men bedenkt dat dit uiteindelijk allemaal bedoeld is om de 8 december moordverdachten hun berechting te doen ontlopen, dan is de conclusie gerechtvaardigd dat de initiatiefnemers tot de Amnestiewet 2012, alleen in het belang van moordverdachten, de rechtstaat Suriname richting rand van de afgrond hebben gebracht.
Hugo Essed
Paramaribo 4 april 2013
In de laatste week van maart 2012 werd de Surinaamse samenleving ernstig opgeschrikt door het bericht dat bij de Nationale Assemblee een initiatiefwet was ingediend tot het verlenen van amnestie aan de plegers van de brute moorden op 8 december 1982 in het Fort Zeelandia.
Verschillende van de Assembleeleden die de initiatiefwet indienden, hadden gedurende vele jaren de 8 december moorden afgedaan als een zaak die bij de rechter ligt. Als dieven in de nacht hebben deze Assembleeleden echter in het geniep gewerkt aan een amnestiewet om de daders straffeloos te stellen. Met ongekende ijver is de Amnestiewet 2012 door het parlement gedrukt en is daarbij hoog van de toorn geblazen dat amnestie voor de 8 december moordenaars noodzakelijk was voor verzoening in en de ontwikkeling van Suriname.
Nu een jaar na de goedkeuring en uiterst dubieuze wijze van bekrachtiging van de Amnestiewet 2012 op 5 april 2012 door de Vice-President, blijkt deze wet juist een etterende splijtzwam te zijn die de Suriname gemeenschap in vele opzichten ernstig verdeeld houdt.
Sociale splijtzwam
Reeds in de eerste dagen na de aanname werden de ruim 5000 deelnemers aan een stille protestmars tegen die wet, door de hoofdverdachte die tevens President is, uitgemaakt voor landverraders. Daarmee heeft de hoofdverdachte en President, persoonlijk het startsein gegeven voor een intimidatie campagne tegen een ieder die voorstander is van voorzetting van het 8 december strafproces.
Organisatoren van de protestmars zijn geïntimideerd en bedreigd en vele burgers voelen zich niet vrij zich te uiten. Immers wie zich uitlaat tegen de Amnestiewet 2012 kan represailles verwachten.
In vrijwel alle sociale kringen, van recreatie verenigingen tot social clubs, maar ook binnen de vakbeweging en het bedrijfsleven, heerst er net als in de jaren na de moorden een spreekangst. Maar ook in familie- of vriendenkringen wordt het als onwenselijk ervaren het onderwerp amnestie aan te snijden.
Kortom het sociaal en maatschappelijk leven is uit haar harmonie en velen zijn op hun hoede voor rancune uit de hoek van de 8 december moordenaars en hun handlangers.
Politieke splijtzwam
De Amnestiewet 2012 is ook zonder meer een politieke splijtzwam. Reeds bij de aanname bleek dat slechts 28 van de 36 leden van de coalitie vóór de wet hebben gestemd. Dit heeft geresulteerd in het buiten de coalitie plaatsen van de BEP en Nieuw Suriname en het NDP parlementslid dat zich van stemming onthield werd in de ban geplaatst.
De Nieuw Front oppositie en ook DOE hebben zich fel tegen de Amnestiewet 2012 gekeerd en sinds de aanname loopt er een dikke scheidslijn van pro en contra amnestie door de Nationale Assemblee. Zeer regelmatig vinden er botsingen plaats als het woord amnestie weer valt en de parlementsvoorzitter doet er alles aan om de amnestiewet tot gepasseerd station en daarom tot verboden onderwerp te verklaren.
De Amnestiewet 2012 heeft een nieuwe politieke scheidslijn tussen coalitie en oppositie getrokken en de coalitie politiek verzwakt.
Belangrijke exponenten uit de vakbeweging en het bedrijfsleven, maar ook verschillende oppositie partijen, hebben in hun nieuwjaarsboodschap 2013 aangegeven dat de Amnestiewet juist een obstakel is voor de verdere harmonische ontwikkeling van Suriname en daarom alsnog van tafel moet.
Juridische splijtzwam
De Amnestiewet 2012 is echter ook vooral een juridische splijtzwam. Dit is vooral het gevolg van de onbegrijpelijke wijze waarop de Krijgsraad met de Amnestiewet 2012 is omgegaan. Op de eerste plaats moet het m.i. als een ernstige misslag worden beschouwd dat de Krijgsraad die belast is met het 8 december strafproces, die wet ambtshalve in het proces heeft gebracht. Immers door een kapitale blunder van de Nationale Assemblee behoren de 8 december verdachten niet tot het normadressaat van die wet. Die wet verleent woordelijk geen amnestie aan die verdachten en het is dan ook zeer te betreuren dat de Krijgsraad en het Openbaar Ministerie dat nog steeds niet doorzien. Daarmee dreigen de Krijgsraad en de Auditeur-Militair op de stoel van de wetgever te gaan zitten omdat beide instanties die wet van toepassing achten op personen die de wetgever in die wet juist niet heeft vermeld.
Een m.i. tweede ernstige misslag van de Krijgsraad is zijn conclusie dat de Amnestiewet 2012 niet in strijd is met het Inter-Amerikaans Verdrag voor de Rechten van de Mens. Gezaghebbende deskundigen op het gebied van het Internationaal recht, waaronder Geatano Best en Hugo Fernandes Mendes, hebben echter ondubbelzinnig aangegeven dat de Krijgsraad in dat opzicht de plank volledig misslaat.
De nabestaanden hebben dan ook in augustus 2012 zich tot de Krijgsraad gericht met een verzoek toegelaten te worden tot het strafproces, juist omdat voormeld verdrag hun daartoe het recht geeft.
Een m.i. derde misslag van de Krijgsraad is dat hij de nabestaanden heeft meegedeeld dat hun verzoek niet behandeld kan worden omdat het “8 december strafproces” geschorst is. Dit is pertinent onjuist omdat in zijn vonnis van 11 mei 2012 de Krijgsraad slechts “de vervolging” schorst.
De Krijgsraad heeft immers na die schorsing meerdere terechtzittingen in deze strafzaak gehouden, laatstelijk nog voor de behandeling van een verzoek van drie verdachten om het strafproces onmiddellijk te staken. Alhoewel dat verzoek is afgewezen bewijst de Krijgsraad daarmee dat het “strafproces” dus niet geschorst is en reist de vraag waarom dat wel aan de nabestaanden op hun verzoekschrift is meegedeeld. Werkt de Krijgsraad met twee maten of is hij het juridisch spoor bijster?
Hoger Beroep
Zeer opvallend is dat ten minste twee verdachten in het strafproces hebben aangegeven geen behoefte te hebben aan amnestie en dat zij wensen dat het strafproces gewoon wordt voortgezet. Eén van die verdachten heeft daarom bij het Hof van Justitie hoger beroep aangetekend tegen de schorsing van de vervolging door de Krijgsraad. Daarmee wordt nu reeds het Hof van Justitie bij de beoordeling van de Amnestiewet 2012 betrokken en het is zeer te hopen dat het Hof van Justitie de misslagen van de Krijgsraad recht zet.
Constitutionele tijdbom
Zowel het Openbaar Ministerie als de Krijgsraad hebben overigens wel aangegeven dat de Amnestiewet 2012 alles heeft van inmenging is in een strafproces, welke “inmenging” in artikel 131 lid 3 van de Grondwet uitdrukkelijk wordt verboden.
Daarmee is echter het zoveelste nieuw juridisch probleem ontstaan omdat de Krijgsraad zich onbevoegd verklaard heeft daarover een oordeel te geven en kennelijk wacht op de operationalisering van het Constitutioneel Hof, welk slechts een administratief orgaan is.
Het heeft er alles van dat de regering daarom met grote spoed een wetsvoorstel voor de instelling van het Constitutioneel Hof naar de Staatsraad heeft gestuurd voor advies.
Men mag dan ook verwachten dat dit wetsvoorstel spoedig aan De Nationale Assemblee zal worden voorgelegd.
Maar dan hebben we zeker de juridische poppen aan het dansen omdat het voorstel een regelrechte aantasting van de onafhankelijkheid van de Surinaamse rechterlijke macht inhoudt. In het voorstel wordt namelijk de toetsingsbevoegdheid van de rechterlijke macht als geregeld in artikel 106 en 137 van de Grondwet ernstig beperkt, door bij die rechterlijke toetsing ook een rol aan het Constitutioneel Hof toe te bedelen.
Het Constitutioneel Hof, dat slechts een administratief orgaan is, gaat zich dus zelf inmengen in de rechtspraak in Suriname, hetgeen in artikel 131 lid 3 van de Grondwet nu juist uitdrukkelijk is verboden.
De staatsrechtelijke puinhoop kan wat mij betreft niet groter en daarmee wordt een tijdbom onder de rechtstaat Suriname geplaatst.
De Amnestiewet 2012 heeft dan ook voor geen enkele verzoening gezorgd en noch minder voor ontwikkeling. Integendeel is het een splijtzwam die alsmaar doorgroeit in alle geledingen van het sociaal, politieke en juridisch leven in Suriname.
Als men bedenkt dat dit uiteindelijk allemaal bedoeld is om de 8 december moordverdachten hun berechting te doen ontlopen, dan is de conclusie gerechtvaardigd dat de initiatiefnemers tot de Amnestiewet 2012, alleen in het belang van moordverdachten, de rechtstaat Suriname richting rand van de afgrond hebben gebracht.
Hugo Essed
Paramaribo 4 april 2013