Samstag, 9. Januar 2010
Marcel Pinas in Mali
Marcel Pinas komt uit het Marowijne gebied waar de Ndyuka wonen, een van de zes Marronvolkeren van Suriname . Met zijn werk wil hij een bijdrage leveren aan het behoud van de cultuur van zijn volk. Hij maakt gebruik van traditionele technieken, symbolen, motieven en rituelen. Het is zijn intentie om deze symbolen ook in de huidige tijd te bewaren. Pinas heeft zijn kunstopleidingen gevolgd aan het Nola Hatterman Instituut in Paramaribo en aan het Edna Manley College op Jamaica. In 2008 heeft hij de postacademische opleiding aan de Rijksakademie in Amsterdam afgerond.
Marcel Pinas (Suriname, 1971) behoort tot de Ndyuka, een van de Marronvolkeren. De Marrons zijn afstammelingen van gevluchte West-Afrikaanse slaven die in het gebied van de Marowijnerivier zijn gaan leven, waar zij een eigen cultuur met een eigen schrift ontwikkelden. Tot op de dag van vandaag vormen zij een minderheidsgroep die onder druk staat. Door de trek naar de stad en door de Binnenlandse Oorlog (1986) tussen Bouterse en Brunswijk is de Marron cultuur inmiddels bijna weggevaagd.
Om de rijkdom van deze cultuur inzichtelijk te maken, past Marcel Pinas in zijn werk symbolen toe die de Ndyuka gebruiken bij het graveren van onder andere gereedschappen, deuren, borden en lepels. De decoraties bevatten boodschappen voor geliefde personen. Als één van de weinigen beheerst Pinas het Afaka schrift dat rond 1910 ontstaan is. Om deze geschreven taal te behouden neemt hij de tekens op in zijn werk.
De installaties van Pinas gaan in op thema's waar zijn volk mee geconfronteerd wordt; het slaven verleden, economische uitbuiting van hun leefgebied, armoede en stigmatisering.
Abonnieren
Kommentare zum Post (Atom)
Keine Kommentare:
Kommentar veröffentlichen